Leestijd: 13 minuten

Duurtest | Aanbouw cultivators met drie balken hebben de afgelopen jaren een fors marktaandeel gewonnen. Maar de gevraagde hefkracht is de beperkende factor gebleven. Kverneland heeft met zijn CLC pro daarom ook deze lichte ‘Classic’ variant in het programma. En hoe die het doet, dat hebben we getest.

Een vlotte driebaner cultivator getest - Agri Trader test jaarboek - (1a)

Licht, stabiel en met praktische Knock-on snelwisselaars: de Kverneland CLC pro Classic tijdens onze duurtest.

Ook kleine en middelgrote landbouwbedrijven willen voor wat betreft het inwerken van stro nauwelijks meer compromissen sluiten en gebruiken daardoor steeds vaker cultivators met drie balken. Bij een werkbreedte van 3.0 m is voor de meeste een gezadeld exemplaar niet relevant omdat daar de wendbaarheid aan de akkerrand onder leidt. Resteert dus de driepunts-opbouw.

Het probleem daar: door de grote bouwlengte gaat het zwaartepunt verhoudingsgewijs ver naar achteren. Daarmee wordt het gevraagde hefvermogen groter. En zeker lichtere trekkers moeten dan duidelijk meer ballast op de neus krijgen. Zit er dan nog een zware naloper achter, dan versterkt dit effect zich merkbaar. Kverneland heeft daarom een lichte variant van de CLC pro ontwikkeld, de Classic. En die hebben we in de afgelopen zomer en herfst uitgebreid getest.

De gedachte achter de ontwikkeling van de CLC pro Classic was ontstaan uit de vraag naar een lichte, driebalkige aanbouw cultivator. Het hoofdframe bleef hetzelfde, maar kreeg andere stelmogelijkheden voor de werkdieptes en een bladveer als dichtvinger in plaats van de holle schijf. De tanden hebben dunnere veerpakketten en daarmee een mindere loskracht van rond de 450kg. in plaats van de 640kg bij de CLC pro.

Het frame uit holle profielen wordt sinds kort overigens ook gebruikt bij de nieuwe korte schijven eg serie ‘Qualidisc’. Door de lichte bouwwijze komt het zwaartepunt dichter bij de trekker te liggen ondanks het feit dat de bouwlengte maar weinig korter is dan bij de CLC pro.

Cultivator met 450 kg loskracht

Het ontwerp van de tanden is identiek aan die van de CLC pro, en overigens ook aan die van de eerder geteste 150B aanbouw draaiploeg, Het betreft een C-vorming gebogen holle tand van fijnkorrelig staal die zowel zijdelings (14 cm) als naar achteren (volgens opgave zelfs 30 cm) kan uitwijken. Die opzet laat de tanden tijdens inzet licht vibreren, wat volgens Kverneland het gevraagde vermogen vermindert.

Maar merkbaar veel paarden zal je er niet mee kunnen missen. De tanden worden naar keuze met breekpennen of met (onderhoudsvrije) bladveerpakketten geborgd. De loskracht van de veren is in standaarduitvoering 450kg. Op aanvraag zijn er, voor extreme inzet, 640kg sets van de CLC pro verkrijgbaar. Met de 450kg uitvoering kwamen we op ons middelzware, tot zware testterrein met een hoog percentage leem goed uit de voeten op een bodem die door de vele regen wel gecompacteerd, maar niet uitgedroogd was.

Ook op aardappelakkers konden we met de CLC pro Classic goed werken. En nadat we de 320mm ganzenpoot scharen hadden tegen de smalle 80mm tanden was de intrek hier ook goed.

Deze slideshow vereist JavaScript.

30 cm hart op hart afstand

Er zijn in het totaal tien messen op de drie balken verdeeld. Drie op de twee voorste-, en vier op de achterste balk. Dat bevordert de rechte loop. De H.o.H. afstand is daarmee 30cm, net als bij de meeste concurrenten.

Over het inmengen waren we tevreden. Om de stoppels te keren hebben we gewerkt met 300mm vleugelscharen, die vanaf een werkdiepte van ongeveer 8cm goed inzetbaar zijn en niet voor damvorming zorgen. Voor ongeveer dezelfde werkdiepte zijn er ook knock-on ganzenvoet ploegijzers (320mm breed), voor middeldiep werken of stoppelverwerking onder extreme omstandigheden zijn er 150mm tanden en voor loswoelen in de diepte zijn er smalle scharen van 80mm breed.

Met 81cm tussen de balken, ruim geconstrueerde ‘tunnels’ tussen de tanden en een framehoogte van 87cm waren er geen verstoppingsproblemen. Het kwam ook zelden voor dat er stromatten over een grote afstand werden meegesleept. Wat wel eens aan de V-vorm van de tanden kon liggen.

Een nieuwe snelwissel

We konden al eerder de mogelijkheden van het nieuwe knock-on schaarwissel systeem van Kverneland op onze CLC pro Classic uitproberen. Het bestaat uit een onder het geleidingspaneel aangebrachte aangeschroefde houder met conische neuzen. De schaarpunt wordt op de conus geschoven en met 2-3 hamerslagen vastgezet (liefst niet direct op de punt, maar middels de meegeleverde montagebeitel). Het lossen gaat simpel en zonder veel benodigde kracht door de beitel in de smalle spleet tussen drager en punt te slaan. Het opsteken en lossen van de punten gaat zo eenvoudig dat we ons eerst afvroegen of de zaak wel zou blijven zitten. Tijdens de test zijn we maar één zo’n opzetstuk verloren, dat we later aan de akkerrand terug vonden.

Wat dat nieuwe systeem aan tijd bespaart, hebben we getest. Het wisselen van de punten duurt maar 1,5 minuten. Bij geschroefde exemplaren waren dat er 20. Een fantastische oplossing voor sterk schurende ondergronden dus. De houders zijn, net als de geleidepanelen, als slijtagedelen gedacht. De eerste ervaringen met het Kverneland systeem indiceren dat de houders elke 4-10 punten vervangen moeten worden. Die staan in de prijslijst voor  ca. €15,-. Per gewisselde punt komt dat op een toeslag van ca. € 1,50-4,00.

Een neusje op elke tand moet de slijtage aanduiden. In hoeverre de slijtage de benodigde trekkracht verhoogt, hebben we niet kunnen vaststellen.

Standaard wordt de CLA pro Classic met geschroefde scharen geleverd. Die worden per stuk, of samen met de vleugelscharen met twee bouten aan de steel van de schaar bevestigd. De wisselpunt komt van de ploegen, en wordt bij slijtage eenvoudig gedraaid. Dat is praktisch. Het intrekgedrag van deze ploegschaartop is nog beter dan die van de 80mm snelwisselpunten omdat de snijkant ervan asymmetrisch en bovendien nadrukkelijker gevormd is.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Instellen per gaten raster

De werkdiepte van de CLC pro Classic wordt met twee gatenrasters op het hoofdframe gesteld. Bij de zware CLC pro zijn dat er vier! De indeling van de gaten is begrijpelijk, de klapvergrendelingen van de bouten zijn met kettingen geborgd. Omdat de rasters ver binnen het frame vallen, moeten kortere mensen zich nogal uitrekken om erbij te kunnen.

Daarna wordt de CLC pro Classic dan gericht met de bovenste hef van de tractor. Het frame moet evenwijdig aan de bodem lopen. Als er problemen zijn bij het in de grond trekken, dan is het natuurlijk ook mogelijk de machine wat te kantelen. Dat was bij ons alleen nodig tijdens het werken op een droge kleibodem tijdens het maisstoppelwerk.

Egaliseren met vlakstrijkers

Achter de derde rij tanden zit een rij bladveer-vlakstrijkers. Die zit niet aan het hoofdframe, maar aan het walsframe.

De basisinstelling van de intensiteit ervan gaat met schroefbouten in twee gatenrasters. Dat is tijdsintensief priegelwerk en veel gebruikers zullen zich er niet aan wagen. De verstelling van de werkhoek is eenvoudiger. Die wordt met een centraal draadeind dat naar het walsframe loopt aangepast. De schroefsleutel die daarvoor nodig is, wordt standaard meegeleverd, en zit op de aanbouwbok. Het verstellen gaat heel licht, maar bij gebruik vervuilt de draadstang erg, zodat de indicatieschaal nauwelijks afleesbaar blijft. We stelden de zaak dan ook eerder op het oog, dan via de schaalverdeling in.

Bij het omwerken van stoppels, dus met arbeidsdieptes tot ongeveer 12cm, waren we verrast door de goede werking van de vlakstrijkers. Ze lieten de bodem mooi vlak achter en ook bij het inrijden werden dammen en vores mooi geëgaliseerd. De buitenste veren zijn met een gatenrooster uitneembaar en te fixeren, maar moeten voor transport dan weer ingeschoven worden. Dat werk kan bemoeilijkt worden als de gaten door viezigheid en aarde volgelopen zijn.

Tijdens het werken voor het voorbereiden van zaaibedden op een al vooraf los gemaakte bodem liepen de vlakstrijkers tegen hun grenzen. Hier kregen we, ondanks veelvuldig instelwerk, de groeven en dammen niet weg. De reden: de geleidepanelen van de tanden wierpen de grond gedeeltelijk over de werkbreedte heen zodat de vlakstrijkers er niet bij konden. Bovendien was de bodemmassa van onze testakker wat te hoog voor de lichte vlakstrijkers.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Zwaar Actipack aan de achterkant

Als goede afsluiter noemen we de naloper. Voor onze testgrond hebben we gekozen voor de zwaarste van de vijf beschikbare walsen, de Actipack. Dat is een gesloten stalenring wals met opgezette tanden en met veren geborgde messen in de tussenruimtes. Het gewicht is 210kg/m, dus een stevige 630kg voor onze 3m testmachine. De wals doet zijn werk onder alle omstandigheden prima. Hij compacteert zowel op diepte als aan de oppervlakte. Door zijn hoge eigen gewicht verkleint hij ook erg grote kluiten. Daarbij wordt er dankzij de tanden toch een ruw oppervlak achter gelaten dat weinig erosiegevoelig is.

Ook onder natte omstandigheden blijft er maar zeer weinig materiaal aan de ringen kleven. In de problemen kwam onze Actipack alleen op een losse ondergrond, waar hij door zijn gewicht en de slechts middelmatige diameter verzakte.

Tussen de ringen zorgen er met bladveren geborgde messen ervoor dat de grond niet blijft kleven. Aanvullend verkleinen de messen ook kleinere kluiten en beplantingsresten. We noemen dat specifiek, want grotere kluiten waren van de messen niet onder de indruk. Hier hadden we graag nog iets meer ‘bite’ gezien. Bovendien kunnen de veren onder natte omstandigheden de tussenruimtes tussen de schouders van de wals niet helemaal vrij krijgen. Wat overigens nauwelijks invloed had op het walsresultaat. Goed: bij het achteruitrijden klappen de messen naar voren en worden ze niet beschadigd.

De agressiviteit van de messen is met gereedschap aan de omstandigheden van de bodem aan te passen. Daarvoor worden dan links en rechts aan het walsframe twee inbusbouten gelost. Vervolgens kunnen de messen met een lange, meegeleverde schroevendraaier in drie stappen scherper, minder scherp- of totaal uitgedraaid worden.

Deze slideshow vereist JavaScript.

De hefkracht niet onderschatten bij deze cultivator

We hebben de CLC pro Classic ingezet met trekkers met een vermogen vanaf 135pk. Bij het stoppelkeren kwamen we daarmee weg. Vanaf 20cm werkdiepte hadden we genoeg aan 200pk. Kverneland geeft het gevraagde vermogen van de CLC pro Classic op voor 90-200pk. Die 90pk is dan alleen voor heel licht werk.

Bij gebruik van de zware Actipack wals moet er minstens een goed geballaste 120pk tractor gebruikt worden. Bij het diep omwerken van de bodem, de CLC pro Classic moet immers tot 30 cm diep kunnen werken, zijn 250-30 pk bij zware bodemcondities niet teveel van het goede. De zaak kan dan wel stuk gaan, en daar sta je dan.

Wie er meer vermogen dan toegelaten op los wil laten, kan het best contact opnemen met zijn leverancier. Die zou dan de sterkere bladveren uit de CLC pro kunnen aanbieden. En die zwaardere CLC pro is in dat geval een alternatief. Naar onze ervaring met de CLC en zijn concurrenten is de pro Classic een licht te trekken machine.

Wat ons nog op viel

Op de hele cultivator zitten maar twee smeernippels en wel voor de rollenlagers. De driepunts aanbouwbok heeft twee ronde gaten en een sleufgat.

Omdat de tanden aangeschroefd zijn, kan er altijd omgebouwd worden van breekpen, naar veerbelaste beveiliging. Dat kost per tand circa €45 volgens de Duitse prijslijst. De manier waar op de bedrading is gelegd is helaas niet voor de eeuwigheid. De op het frame gelijmde klembeugels ervoor laten bij het afspuiten van de machine los. De kabels hangen er daarna los bij.

Voor de wissel van weg- naar akker moeten de naar achter en de flanken gerichte waarschuwingsborden weggeklapt of omgestoken worden.
Het lakwerk op onze test kandidaat kwam zeer goed en duurzaam over.

Een vlotte driebaner cultivator getest - Agri Trader test jaarboek - (11)

De aanbouwbok heeft twee ronde gaten en een sleufgat voor de bovenste aansturing. De kabelhouders gingen los tijdens het schoonspuiten.

In een oogopslag

De Kverneland CLC pro Classic is een lichte, driebalkige aanbouw cultivator met een gefixeerde werkbreedte van 3m en een hydraulisch uitklapbaar bereik van 4m. Daarmee valt hij in dezelfde klasse als de Horsch Terrano en zwaardere apparaten zoals de Amazone Cenius, de Lemken Karat of de Väderstad Cultus. Ten opzichte van de CLC pro heeft de Classic hetzelfde frame, maar een andere diepte instelling en vlakstrijkers voor de egalisatie.

Lof en kritiek

Stabiliteit: Een robuust frame, de holle grendel uit de zware CLC pro. De ophanging van de wals in niet 100% stabiel, maar dat resulteerde in onze korte test niet tot problemen. De elektrische bedrading moet in elk geval beter gelegd worden. Erg goed lakwerk.

Functionaliteit: Dankzij het grote assortiment scharen breed inzetbaar vanaf stoppelvelden tot diep loswoelen. Met de knock-on snelwisseltips gaat het wisselen van de punten erg snel. Tijdens de test kwam er één los. De aangeschroefde tanden zijn probleemloos uit te wisselen. Praktisch als er van breekpen vergrendeling wordt overgeschakeld op idem met veerpakketten. Slechts twee smeernippels.

Werkkwaliteit: De menging en het egaliseren waren zeer goed. Net als de verkruimeling. Bij dieper werken op een eerder losgewerkte boden egaliseren de buitenste vlakstrijkers de dammen en geulen niet meer netjes. Een zeer goede materiaaldoorvoer en een goede intrek karakteristiek. De Actipack wals past perfect op zware akkers, maar de messen mochten nog wat meer ‘bite’ hebben.

Hanteerbaarheid: De werkdiepte verstelling met gatenrasters is praktisch, maar niet goed bereikbaar. Het verstellen van de vlak strijkers d.m.v. gatenrasters en spindel. De instelling van de buitenste vlakstrijkers wordt bemoeilijkt door aanhangende grond. Het knock-on snelwisselsysteem is praktisch.

Uit de praktijk

Sinds de zomer van 2010 hebben we op ons 1.000 ha. bedrijf een Kverneland CLC pro Classic 300. Van d zelfde fabrikant hadden we al een CLC cultivator en een MSC zaaimachine met een werkbreedte van 6,0 m. Daarmee hebben we goede ervaringen. Voor ons was de aanwezigheid van een dealer net zo belangrijk als de stabiliteit die andere leveranciers ons niet konden garanderen.

We werken op akkers met een hoog bestanddeel aan stenen etc. We hebben het dan over zand, löss en leem plus een geërodeerde kalkzandsteenbodem. De CLC pro Classic hebben we uitsluitend gekocht voor het middeldiepe losmaken tussen de 18-32cm.

De bredere CLC pro heeft daar meer vermogen voor nodig dan dat wij momenteel in huis hebben. Voor de CLC hebben we op een lichte bodem ongeveer 200 pk nodig. Op zware grond zetten we er tot 300 pk voor. Als we zien hoe diep de CLC pro Classic werkt, dan vraagt hij niet veel trekkracht. Met zijn kwaliteit zijn we nu, na 900 ha, tevreden. Zowel over de inmenging als over het egaliseren. Omdat de vlakstrijkers aan de buitenkant niet naar wens functioneerden, hebben we ze zelf verlengd. De Actipack wals doet zijn werk goed. Met steencontact komt de cultivator prima weg. Op een paar deuken in de wals na, zijn er tot nu toe geen schades. Omdat we erg diep werken hebben we gekozen voor het 640kg veerpakket. Zo blijven de tanden stevig in de grond. Het nieuwe snelwisselsysteem Knock-on bespaart veel tijd en de tips hebben een prima standtijd tot wel drie weken.

Een vlotte driebaner cultivator getest - Agri Trader test jaarboek - (15)

De veer als overbelastingsbeveiliging heeft een voorspanning van 450 kg. Op aanvraag is zelfs 640 kg mogelijk.

Algemene indruk

Met de CLC pro Classic heeft Kverneland een lichte cultivator met drie balken in het programma. Bij ruim 1.900kg ( met de zwaarste wals) is er wel aardig wat kopballast nodig. Maar dan nog: de concurrentie is gedeeltelijk nog 300-400kg zwaarder, en dat geldt ook voor de CLC pro, die Kverneland al langer in het programma heeft. Het aangegeven minimaal vereiste vermogen van 90 pk zien we als erg krap. Realistischer is een instapvermogen, naar gelang van de wals, van 120 pk. En dat alleen nog maar voor vlakke stoppelakkers.

De cultivator doet zijn werk naar behoren.  De menging en het egaliseren zijn erg goed. De vlakstrijkers aan de zijkanten moeten verbeterd worden, om ook bij diep werk op voor geloste akkers wal- en geulvorming te egaliseren. Bij onze inzet was de Actipack wals een voltreffer. Hij verdicht en verkleint maar laat een open oppervlakte structuur die de gasuitwisseling en water afvoer positief beïnvloed. De afwerking is basaal erg goed, maar de elektrische bedrading moet werkelijk beter kunnen.

Technische gegevens

Kverneland CLC pro Classic
Werkbreedte 3,00 m
Max. werkdiepte 30 cm
Aantal tanden 10 Stk.
H.o.H. afstand 30 cm
Framehoogte 87 cm
Balken afstand 81 cm
Steencontact beveiliging (optioneel) bladveren
Egalisatie vlakstrijkers
Diameter staalpacker 56 cm
Gewicht 1.879 kg
driepunts aanbouw Cat II/III
Benodigd vermogen vanaf 90 pk

Prima tweedehands Kverneland cultivatoren te koop

Dat zegt Kverneland…

… over de vlakstrijkers: Vanaf 2012 zijn de vlakstrijkers verlengd. Daardoor is het egalisatieprobleem aan de flanken ook bij diep loswoelen opgelost.
… over de snelwissel: de door u geteste Knock-on set kwam nog uit een handgesmede voorserie. Dat wreekte zich in de tolerantiespreiding. De serie geproduceerde exemplaren kennen het probleem niet.

Nieuwe testrapporten per email ontvangen?

We sturen je geen spam!
Lees ons privacybeleid voor meer informatie.