Als bloementeler kocht Dick van den Berg ooit een nieuwe Fendt 103 Farmer tractor. Met geboortejaar 1981 is dit de jongste in de liefhebbersverzameling van inmiddels 24 oldtimers en bovendien nog altijd in gebruik. Wie langs de grote tuin aan De Boender in Noordwijk rijdt, wordt in het buitenseizoen aangenaam verrast door de tentoongestelde collectie
‘Fendt Hoeve’ staat met grote letters op het bord. De gekozen naam roept geen vragen op: de oldtimers staan keurig in het gelid, bijna alsof ze achter elkaar aanrijden. In theorie zou dit nog kunnen ook: “Starten en lopen”, bevestigt eigenaar Dick van den Berg.
Het begon met die ene Fendt, waardoor het virus werd aangewakkerd. Samen met echtgenote Wilma, zwager en schoonzus besloten ze na die eerste aanschaf op een goede dag op pad te gaan naar Duitsland. “Wij hadden namelijk via eBay, een internationale online handelsplaats, een oude tractor uit 1941 gevonden. Een Fendt dieselross. Om en om rijden, kijken en kopen. De eerste in de verzameling oldtimers.”
Hierna volgden nog vele leuke reisjes met elkaar, met name naar onze Oosterburen, maar ook verder weg naar Oostenrijk, waar je indertijd nog echte pareltjes kon vinden. “Dit maakte dat we niet alleen gezellig met elkaar weg waren, we hadden ook een doel.”
Collector’s item
Fendt heeft onnoemlijk veel verschillende typen tractors ontwikkeld, bevestigt Dick. In een rondje langs de inmiddels 24 exemplaren zie je de ontwikkeling van het merk. “Op de tekentafel werd steeds een nieuw model gecreëerd. Net als bij auto’s, elke vijf tot tien jaar een nieuwe versie in de serie.” Luchtgekoeld, watergekoeld, handbediend, met hefinrichtingen en vooral allerlei motoren, zoals de MWM-motor. De grootste in de verzameling is de Fendt F40 uit 1958. “Een collectors item, want deze was het paradepaardje van Fendt. Daarnaast zijn het allemaal dieselrossen.”
De meeste exemplaren zijn in de bekende groene Fendt kleur opnieuw gespoten, na uiteraard schuren, repareren en schoonmaken. Dat doen Dick en Wilma zelf. “Sommige waren echt stuk, met gaten erin.”
Een enkele tractor is in de eerdere standaard kleur grijs gebleven. “Dat heeft ook z’n charme”, aldus Dick, “Net als de enkele tractoren in authentieke staat, zó bij de boer vandaan.” Hij wijst naar een aparte F12, een 1-cilinder met het eerste ‘kiepbakkie’. “Die kom je niet veel tegen met alles erop en eraan.”
Andere mooie details zijn de oudste tractoren met originele gietijzeren wielen, waar Fendt ooit mee begon. Eén eigenschap hebben ze allemaal: “Er zit een maaibalk op. Dat hoort voor ons bij een tractor.” Dick wijst nog enkele opvallende exemplaren aan: de 250 uit 1991 is een spuittrekker, de 260V een ingekorte smalspoorversie, de 102 een meststrooier.
Oldtimer festivals
De verzameling van Dick en Wilma is min of meer compleet: “Natuurlijk zijn er nog oudere Fendt tractoren, uit 1937 bijvoorbeeld, maar die staan in een museum. Tegenwoordig kom je ze niet meer zomaar op Marktplaats tegen. Zelfs die uit 1981 is inmiddels een zeldzaamheid.”
Het bedrijf Summerflower beschikt inmiddels voor dagelijks gebruik over een Vario transporttrekker, een automaat. ‘Gemak dient de mens’, alhoewel Wilma liever schakelt: “Anders verleer je het nog.” Het plezier zat – en zit – vooral in het met elkaar een weekendje weg zijn. Zo reizen ze nog regelmatig met z’n vieren naar oldtimer festivals, bijvoorbeeld in België of gaan ze voor onderdelen op pad. Zoon Dick jr. past dan op het huis, de tractoren, de hond en de andere dieren.
Stier, olifant en Laurel en Hardy
De collectie staat vanaf september tot april binnen. Daarna rijden Dick en Wilma ze één voor één naar buiten, ‘anders krijgen ze vierkante wielen’. Voorbijgangers worden naast de prachtig bloeiende bollenvelden onverwacht getrakteerd op dit spektakel. Want het zijn niet alleen de Fendts die hier de aandacht trekken. Dick en Wilma zijn namelijk ook gek op hun witte beeldentuin. “Dat is ook ooit zomaar begonnen. Niet iedereen z’n smaak, maar wij vinden: het verrot niet en het waait niet weg.”
De enorme bronzen stier stond ooit bij een slachterij en kijkt nu goedmoedig uit over het terrein. Aan de andere kant van het pad staat een grote kunststof olifant tussen de grazende (echte) dikbilkoeien. Een mannetjespauw fleurt het geheel op met zijn prachtige staarttooi. En wie zitten daar op de hoek te kijken naar de dagjesmensen die voorbij komen? Een levensgrote Laurel en Hardy. “Hoe vaak zij niet met voorbijgangers op de foto zijn geweest!”