
Nieuws
Grootse voorstelling - Fendt 1000 Vario Generation 3
De 1000 Vario heeft de grote FendtOne-beeldschermen. Er zijn echter nog andere redenen waarom deze machine een grootse voorstelling geeft.
Nieuws
Voor de herfstzaai van 2020 leverde Pöttinger ons een compleet pakket. De Oostenrijkers introduceerden niet alleen een moderne zaaicombinatie in opgedeelde bouwvorm, ze moderniseerden ook de rotorkopeggen-generatie in vier en vijf meter werkbreedte.
Onder de naam Aerosem FDD heeft Pöttinger een nieuwe zaaicombinatie in opgedeelde constructie – da’s een primeur. De hoofdcomponenten daarvoor worden geproduceerd in de fabriek in Bernburg. De machine loopt daar van de band in de in de twee werkbreedten met 4m- of 5m-zaaibalk. Bij een modern afzetsysteem hoort een gelijkwaardige rotorkopeg, dus de ingenieurs hebben ook die meteen geoptimaliseerd. En zo konden we bij de herfstzaai op geploegde en gecultiveerde velden én op land met koolzaadstoppels meteen drie vliegen in één klap slaan.
Laten we beginnen bij de fronthydrauliek. Daar vinden we een compleet nieuwe zaaigoedtank van 2.300 liter. Je kunt ook kiezen voor een variant van 1.700 liter. Bij beide varianten heb je de keuze tussen een enkelvoudige tank met een doseerder of een tank met tussenwand die met twee doseerders is uitgerust. In de test hadden we die tweede versie. Zo kun je per zaaischijf zowel mengsels van zaaigoed afzetten als zaaigoed en kunstmest tegelijk. In het algemeen heeft Pöttinger bij de bediening van de machine gelet op eenvoud. Zo is de toegankelijkheid van de vulopening van de tank gemakkelijk, zodat hij op comfortabele wijze kan worden gevuld met zakken zaaigoed of met Big Bags met een frontlader. De fronttank van de Aerosem FDD is met hendels stevig en luchtdicht te vergrendelen. Hij is namelijk geconstrueerd als drukvat, om een zeker transport van het zaaigoed naar achteren te waarborgen. Er is een geïntegreerde drukverschilsensor voor het in de gaten houden van de systeemdruk.
De afdraaiproef gaat gemakkelijk, net als het verwisselen van cellenwielen. Helaas moet je voor het invoeren van de gewogen waarden terug de cabine in. Pöttinger levert weliswaar een app voor deze zaaicombinatie, maar deze helpt de gebruiker alleen bij de keuze van de juiste cellenwielen afhankelijk van zaaigoed en uitstrooihoeveelheid. Dat is desalniettemin erg handig. De twee doseerders worden zoals gebruikelijk elektrisch aangedreven. De luchtaanjager daarentegen wordt hydraulisch aangedreven. Daarvoor is aan de voorkant een hydraulische aansluiting met terugloop benodigd; bij de beschikbare testtrekker moest deze van achteren naar voren worden verlegd. Er moet ook met Isobus-stekkers en -kabels worden gewerkt. De rekeneenheid zit immers aan de front-tank; de zaaibalk en de verdelerkop worden vanaf de voorkant aangestuurd. Daarom is de zaaibalk ook niet zo gemakkelijk te combineren met fronttanks van andere fabrikanten.
Misschien ook interessant?
Nieuws
De 1000 Vario heeft de grote FendtOne-beeldschermen. Er zijn echter nog andere redenen waarom deze machine een grootse voorstelling geeft.
Nieuws
De akkertest met een Fendt 200 Vario. Dit is een van de kleinste diesels uit de Fendt familie. Fendt wil er voornamelijk mee scoren bij weide bedrijven. Hij is compact, wendbaar en heeft toch voldoende trekkracht. Maar de lichte traploos schakelende trekker is ook inzetbaar in het gemengd bedrijf. Wij reden de 210 Vario met 110 pk 120 bedrijfsuren lang.
Nieuws
Met enige vertraging kwam uiteindelijk een flink aantal van de nieuwe Case IH Magnum 400 AFS-tractoren naar Europa. We hebben in een test onderzocht of het wachten op de grote powershifter de moeite waard was, en wat de bijzonderheden van het AFS-pakket zijn.
Zoals in het begin al genoemd, loopt voor de zaaieenheid de nieuwe Lion 503 C met een breedte van vijf meter. Bij dit tweedelige model is het geïntegreerde inklapmechanisme vermeldenswaardig. De cilinders zijn aan de voorkant rechtstreeks tussen aanbouwbok en tandwielkast gepositioneerd en zijn in de werkmodus ingetrokken – super. De vouwcilinders zijn zo beschermd en Pöttinger kan een centraal hulpframe voor het mechanisme geheel achterwege laten. De 20 rotorkoptandenparen van onze vijfmeter-testmachine zijn 33 centimeter lang en 1,5 centimeter dik. De tanden zijn ook leverbaar met een snelwisselsysteem of voor zware omstandigheden met de DuraStar-slijtagebescherming. In het algemeen zijn al deze componenten identiek aan die van de andere modellen in de 103-serie. Zo is het ook met de naloper-opties. De fabrikant heeft verschillende modellen in het programma. Wij hadden de prismapakkerrol aangekoppeld en waren tevreden met het werkresultaat. Optioneel is er een traploze, hydraulische diepteverstelling voor de rollen. Wij hadden de mechanische versie op de Lion, die in tegenstelling tot wat we gewend zijn niet werkt met gatenpatronen en paspennen, maar met aan de zijkant verschuifbare aanslagen. Deze constructie beviel ons prima, aangezien je je voor de diepteverstelling van de Lion niet tussen de zaaicombinatie hoeft te wurmen. Het maximale toerental bedraagt 342 toeren per minuut. De trekker moet daarvoor 1.000 toeren aan de aftakas leveren; een even-tueel benodigde tussenbak levert Pöttinger niet. Daarentegen is de Lion 103C-serie voor alle aftakastoerentallen geschikt. Als vereist trekkervermogen geft Pöttinger 150 tot 320 pk aan.
Heel mooi is de mogelijkheid om de rotorkopeg geheel solo te gebruiken. De demontage van de zaaibalk duurt ook niet lang; Pöttinger geeft hiervoor 20 minuten aan. Dat lijkt haalbaar, want heel veel handelingen zijn er niet nodig en het koppelmechanisme is simpel opgebouwd. De Lion 503 C is geheel los van de Aerosem FDD in het leveringsprogramma te vinden. De prijs ligt rond de 40.000 euro. Wat ons ook bevalt, is het kleine aantal hydraulische aansluitingen dat de complete zaaicombinatie inclusief rotorkopeg nodig heeft. Concreet is het slechts een enkelwerkend ventiel met terugloop voor de luchtaanjager en een dubbelwerkend ventiel voor de overige functies, zoals bijvoorbeeld het vouwmechanisme, spoortrekker, voorloopmarkers, diepteverstelling enzovoorts. Onze Aerosem FDD respectievelijk de Lion was geconfigureerd met het optionele regelblok, dat bij solo-toepassingen via een separate bedieningsterminal in de cabine wordt aangestuurd. De computer voor de Isobus-aansturing zit immers op de fronttank. Afsluitend nog een paar woorden over het gewicht: onze testmachine (rotorkopeg plus zaaibalk) bracht 5,2 ton op de schaal. De maximaal toelaatbare belasting van de achteras van de trekker was daamee bereikt.
De complete zaaicombinatie van Pöttinger is comfortabel in te stellen. De
stelmogelijkheden zijn gemakkelijk bereikbaar. Hij is er in twee verschillende
uitvoeringen, dat is mooi. Verder is er
ook een bandenpakker te monteren.
Bij de zaaibalk heeft Pöttinger veel bestaande techniek overgenomen, maar
bijvoorbeeld de opzet van de verdelerkop veranderd. Ook het inklapsysteem
van de nieuwe rotorkopeg is gemoderniseerd; dat doet het nu zonder zwaar
hulpframe.
+ Veel opties voor de druktank
+ Slanke vorm van de rotorkopeg
+ Comfortabel instellen
- Zaaibalk alleen met
Pöttinger-fronttank
- Nog geen afdraai-app
Een mooie extra uitrusting is de bandenpakker, die uit vier banden bestaat. Deze kan bij behoefte eenvoudig worden gemonteerd danwel gedemonteerd. Daar heb je maar een paar minuten voor nodig, want hij is met slechts vier bouten aan het tankframe gemonteerd. Bij het rijden van bochten op het veld sturen de vier wielen mee. Zoals we het van de Oostenrijkers kennen, bouwen ze hun machines niet licht, maar robuust en degelijk. Daarom brengt de fronttank leeg al 1,7 ton op de schaal. Vol op de weg? Daar moet je niet aan denken. Vanwege de lengte van de voorbouw heb je ook een begeleider nodig, of je monteert een gecertificeerd camerasysteem. Ondanks het hoge leeggewicht van de fronttank heeft Pöttinger er een slimme ballasteringsmogelijkheid in geïntegreerd. In de ronde framebuizen kunnen gewichten worden geschoven; dat brengt nog eens 275 kilo extra op de schaal. De grote zaaigoedslang en ook de andere leidingen die we voor de fronttank nodig hebben, zijn netjes langs de trekker gelegd en bevestigd met een houder aan de rechterkant van de cabine. Deze kan worden neergeklapt, zodat de slangen heel gemakkelijk zijn te demonteren.
De zaaibalk aan de achterkant is uitgerust met de Pöttinger Dual-Disc-dubbeleschijfkouters. Ze zijn met een onderlinge afstand van 12,5 centimeter verzet gemonteerd en identiek aan die op de reeds bekende zaaimachines van Pöttinger. Concreet betekent dat een schijfdiameter van 350 millimeter. Achter de schijfkouter loopt – vast gemonteerd – de 330 millimeter grote aandrukrol. Optioneel is er een hydraulische kouterdrukverstelling. Per koutereenheid kun je maximaal 50 kilo kouterdruk halen. Wij hadden de mechanische variant aan boord, die je met de hand met een ringsleutel kunt verstellen. Voor homogene velden volstaat dit wel. De optioneel verkrijgbare kouterheffing heeft niet alleen voordelen tijdens de bewerking. Door het intrekken van de kouter in ingeklapte toestand wordt ook de buitenbreedte tijdens transportritten verminderd. Door een gunstige constructie van de aankoppelpunten van de afzonderlijke zaairijen zit de zaaibalk 20 centimeter dichter tegen de trekker, zodat er een kleinere hefboomkracht op de trekker werkt.
Ook bij het in- en uitklappen gaat de Oostenrijkse fabrikant nieuwe wegen. Zo centreert de verdelerkop zich dankzij een speciale parallel logra geometrie stabiel in het midden boven de zaaibalk. Pöttinger heeft het systeem zelfs laten patenteren. De verdeler is overigens ook leverbaar in de IDS-versie (Intelligent Distribution System), zodat je vrije keus hebt in rijpaden. De verdelerkop bevindt zich bovendien op een hogere en meer naar voren liggende positie, waardoor de slanglengtes beter passend gemaakt konden worden. Voor de bediening kun je bijvoorbeeld de Isobus-terminal CCI 1200 gebruiken zoals we die ook in onze test hadden. Softwaretechnisch is het mogelijk om het zaaigoed deeloppervlak-specifiek af te zetten, en dat zelfs onafhankelijk voor de twee kamers van de dubbele tank. Mooi.