Op veel presentaties van tractorfabrikanten
zie je hoe de toekomstige landbouwtechniek eruit zou kunnen zien. Wilde tractorstudiemodellen, vlootintelligentie, schoffelrobots en af en toe een autonome trekker in
standaard-look. ,,Speelgoed voor sommige
specialistische gewassen’’ of ,,verre
toekomstmuziek’’ zijn dan de reacties
daarop. Maar wanneer je de AgBot van
AgXeed zijn baantjes ziet trekken, lijkt de
autonome technologie niet ver weg meer te zijn. De interesse van grote groente- en
fruitteeltbedrijven is gewekt, zo is in elk
geval de indruk die we kregen bij onze velddemonstratie.
Wie zit hierachter
AgXeed is een jonge Nederlandse onderneming die in 2018 werd opgericht. In de
kernploeg werken momenteel acht mensen,
hoofdzakelijk op het gebied van ontwikkeling. Bij AgXeed is de AgBot slechts een deel van het werk en zogezegd het middel om tot
het doel te komen. AgXeed wil landbouwers
op basis van de huidige uitdagingen, van
ecologische en economische tot aan sociale
aspecten ervan, een autonoom alles-in-éénpakket leveren. Er moet immers steeds meer
moeite worden gedaan, terwijl er minder
personeel voorhanden is.
De oplossing is op alle gebieden gewoon
meer autonomie, aldus de ontwikkelaars.
De start van deze autonomie is de AgBot, die een kleine twee jaar na de oprichting
van het bedrijf zijn eerste ronden draaide
– da’s knap. Het doel van AgXeed is niet
om de tractor zoals we die kennen te verdringen; het is de bedoeling dat de robots
en tractoren naast elkaar bestaan. Denkbaar is een mix van standaard-tractoren
(hiermee bedoelen we dus gewone trekkers met cabine en chauffeur) en autonoom
werkende machines. AgXeed werkt in flexibele, snel schakelende processen, waardoor een modulaire strategie een logisch gevolg
is. Met een soort bouwdoos-systeem stel je
een machine, systeem of platform samen
uit het programma van AgXeed, dat is het
idee. Maar nu staat eerst de allereerste en
enige AgBot voor ons, klaar om van binnen
en buiten door ons beoordeeld te worden.
Testrups met pit
Theorie is mooi, maar wat telt is de harde
realiteit. Tussen de twee rupsbanden zit een
4,1 liter grote viercilinder van Deutz. Deze
dieselmotor levert 156 pk en een maximaal
koppel van 610 Nm. Het vermogen van de
dieselmotor gaat naar een generator, die
vervolgens zijn elektrische vermogen onder
de verschillende afnemers verdeelt. Daartoe
behoren onder andere de twee rupsbanden.
Met behulp van een planetair tandwielstelsel wordt de snelheid traploos tussen 0 en
13,5 km/u geregeld. Dat is weliswaar niet erg
snel, maar voor de meeste werkzaamheden
op het veld voldoende.
Optioneel is er voor de AgBot een elektrische aftakas die maximaal 100 kW ofwel 136
pk levert. Verder zijn er elektrisch aangedreven aanbouwmachines aan te sluiten.
Daarvoor heeft de rupsrobot hoogspanningsaan-sluitingen, die ook maximaal 100
kW kunnen leveren. Aangezien op de Deutzmotor standaard een hydrauliekpomp is
gemonteerd, wordt deze meteen gebruikt
voor de externe hydraulische aansluitingen.
De pomp heeft een opbrengst van 85 l/min
bij 180 bar. Daarmee kunnen vier propor-tionele, dubbelwerkende regelventielen worden voorzien. Optioneel is een load-sensingsysteem mogelijk. Verder is er een fronthef
met 3 ton hefvermogen en achter een hef die 8 ton kan tillen. Dankzij het modulaire
systeem is men bij de keuze van de breedte
van de rupsbanden en de spoorbreedte ook
heel flexibel. Het prototype had nog een
(bijna) origineel rupsonderstel van Zuidberg, dat eigenlijk gedimensioneerd is voor
een bietenrooier en voor de zes ton zware
AgBot te groot was. Maar zoals gezegd: dit
is het eerste en enige prototype van AgXeed,
en dan wil je nog geen eigen componenten
(laten) maken.
Snel komt de vraag bij je op waarom de aandrijving bij een zo toekomstgericht bedrijf
diesel-elektrisch is en er geen accupakket
is gemonteerd. Het antwoord: een accupakket voor vergelijkbare prestaties zou in
z’n eentje al rond de zes ton wegen. Toch
staat AgXeed open voor het gebruik van
alternatieve energiebronnen (bijvoorbeeld waterstof ), die qua techniek echter wel
realistisch uitvoerbaar moeten zijn.
Voordat hij het veld op gaat
Natuurlijk kan de AgBot niet blind aan het
werk. Het instellen gaat echter verrassend
spelenderwijs. Daarvoor staat een onlineplatform tot je beschikking. Dat is intuïtief
opgezet en heeft overeenkomsten met een
moderne veldkaart, met een aanvullende
virtuele machinehal.
Eerlijkheidshalve moeten we daar wel
bij vertellen dat er vooraf enige klusjes
gedaan moeten worden. Daarbij hoort het
zeer nauwkeurig inmeten van de velden.
Je moet ook scherp letten op landschapselementen, elektriciteitsmasten of putten.
Bovendien moeten de aanbouwmachines
precies worden opgemeten. In ons geval hadden we de beschikking
over de Köckerling Rebell-korteschijveneg
met een werkbreedte van 4,2 meter. Lengte, breedte, draaicirkel, draaieigenschappen enzovoorts moesten we invoeren in het
virtuele visitekaartje van de machine en
parkeren in de ‘machinehal’. Daarin moet
namelijk elk werktuig dat de AgBot moet
gaan gebruiken zijn opgeslagen. Kies je nu
voor de korteschijveneg aan de AgBot, dan
gebruikt hij de door ons ingevoerde waarden. Op precies dezelfde manier kun je de
frontaanbouw configureren en daar eveneens een machine virtueel aankoppelen.