Nadat we de Stratos in de zomer van 2014 gebruikt hebben in het koolzaad en de speltstoppels, wilden we ook graag weten hoe de ‘werktuigdrager’ zich zou gedragen in het zaaibed maken voor mais. Daarvoor gingen we met verschillende uitrusting op verschillende percelen aan de slag.
Na onze eerste praktijktest in de zomer van 2014 liet de Stratos ons met gemengde gevoelens achter. De stoppelveld bewerking is immers maar één van de inzetgebieden, waarvoor de groengele Zwaab ontwikkeld is. Om grote hoeveelheden aan oogstresten te verwerken zorgt een steekafstand van 15 cm er al snel voor dat de fysieke grenzen van het mogelijke bereikt zijn.
In concurrentie met een grote veer-tandeneg zijn die grenzen van de Stratos snel bereikt. Dus hebben we de Stratos in de lente van 2015 nog een keer ingezet. Maar nu voor de zaaibedbereiding voor mais. Daarbij hadden we de kans nieuwe werktuigvarianten te proberen.
Met getrokken tanden
Voor de stoppelbewerking in de zomer van 2014 hadden we de Stratos aan de voorkant voorzien van hydraulisch in de hoogte verstelbare, dubbel rijïge, gegolfde schijven. Die zijn speciaal voor stoppelwerk of begroeiing. We konden ze ook op een paar aspecten van de zaaibed- bereiding gebruiken.
Zo gebruikten we de Stratos ook op een vlakte met snijmaïs stoppels. Op de licht lemige zandgrond voldeed de inwerking prima. Om het werkresultaat nog meer te verbeteren werden de oppervlaktes twee maal met de Stratos bewerkt. Daarna werd de mais mulchzaaiend ingebracht. Dat ging probleemloos en zonder verstoppingen.
Alternatief voor de twee rijen golfschijven kan de Stratos aan de voorkant voorzien worden van een enkel rijïge, hydraulisch verstelbare sleeptandenbalk.
Op een overwinterde suikerbietenvlakte kon er met de Stratos in één arbeidsgang (10 cm diep) gezaaid worden. Voor de zaaibedbereiding na het ploegen (winter- en lente voren) hebben we de Stratos omgebouwd. In plaats van de gegolfde schijven kreeg de Stratos voor een rij hydraulisch verstelbare, als bladveren uitgevoerde, sleeptanden. Hiervoor moesten aan de voorkant aanvullend twee steunwielen gemonteerd worden die de Stratos in balans moesten houden.
Voor de ombouw zijn twee man ongeveer twee uur bezig omdat de montage van de steunwielen tijd kost en er geen van snelkoppelsystemen voorziene aansluitingen zijn. Alles is met bouten gemonteerd.
De maximale intensiteit van de sleeptanden is met steekclips instelbaar. Zo wordt verhinderd dat er per ongeluk een keer te diep ‘gegraven’ wordt. Ook zo opgetuigd waren de resultaten naar tevredenheid. Bodemoneffenheden en diepe voren lieten zich mooi egaliseren. In elk geval op een zandgrindbodem. Daar was de eindkwaliteit na het werk bijna hetzelfde resultaat als na inzet van een rotor eg of rotor cultivator.
Als de sleepbalk intensief wordt ingezet en de tanden (met 6 cm brede scharen) dieper de grond in gaan, dan is er wel wat motorvermogen van de trekker nodig. Onze 210 paarden lieten zich er door uitdagen. Maar het werken lukte er mee en we reden losjes 10 km/u.
Als er bij het voorgaande ploegen of cultiveren gewas of oogstresten ingewerkt zijn, is het even oppassen. Dat materiaal kan de tanden van de Stratos omhoog duwen. Maar dat kan nu eenmaal met alle apparaten gebeuren waarvan de tanden op grip zijn ingesteld.
De sleepbalk verkruimelt en egaliseert; het tandveld mengt en verkruimelt.
Goede verkruimeling en herverdichting
Ook over de verkruimeling waren we erg te spreken. Dat komt door samenspel van alle werktuigen, de sleeptanden het vier rijïge tandveld, sterrenschijven en wals.
Alternatief voor de roterende pennenfrees is overigens een extra rij sleeptanden, die handmatig in hoogte verstelbaar zijn. Op de overwegend lichte grond van het testperceel hebben we overigens de nieuwe dubbele U-profielwals gebruikt. Met een doorsnede van 600 mm en voorzien van 6 cm brede ringen heeft die een goed draagvermogen en geeft hij en goede grondversteviging tot op ca. 5 cm.
Aan de oppervlakte blijft de bodem los, wat het risico op moddervorming minimaliseert. Onder vochtige omstandigheden lopen de U-profielen vol en werken dan ongeveer als dichte ringen. Alleen op leembodem liepen we tegen de gebruiksgrenzen aan. Maar dat is slechte grond voor alle walsen.
Voor de zaaibedbereiding en bodembewerking op leem(houdende grond) adviseren we echter de Kerner snijringwals, omdat die door zijn naverkruimeling een nog fijnkorreliger resultaat geeft.
Als naloper hebben we gekozen voor een enkelrijïge, per gatenroosters verstelbare hark. Die kan begroeiing of stoppelresten op het oppervlak wat uitdunnen en kan onder omstandigheden wat meer fijne aarde aan het oppervlak brengen en het golfprofiel van de wals wat egaliseren.
Ook de 400 mm sterrenbladen helpen bij het verkruimelen en egaliseren.
Meer wetenswaardigs
In de late zomer van 2015 is er het nieuwe, optionele, X-Cut snijwerktuig voor het tandveld te bestellen. Ook optioneel: het snelwisselsysteem voor de starre tanden volgens het bekende Kerner principe. Het gevraagde vermogen bij onze test lag tussen de 150-230 pk.
De door ons ingezette 210 pk sterke trekker kon het werk goed aan. Bij maximale diepte, en op hellingen is 300+ pk geen fout idee.
Technische gegevens van de Kerner Stratos 480
Voorwerktuigen: twee rijen, gegolfde of conische schijven; alternatief een rij sleeptanden of zonder frontwerktuig (maar dan met twee voorlopende steunwielen)
Tandenveld: vierbalkig met 15 cm steekafstand; starre tanden of verende tanden; hydr. in hoogte verstelbaar
Nivellering: roterende pennenfrees of een enkele rij sleeptanden
Herverdichting: 600 mm dubbele wals (testmachine); alternatief 550 mm crackerwals of 600 mm stalen ringwals
Maten & gewichten: Gewicht ca. 5,2 ton; werkbreedte 4,80 m, transportbreedte 2,99 m.
Trekker: 180-350 pk; 4 x DW
Onze samenvatting
Waar andere fabrikanten ten strijde trekken met grote veertanden of korteschijven eggen, daar wil Kerner zich met de Stratos een plaats veroveren.
De machine biedt erg veel gebruiksmogelijkheden, maar heeft net als andere apparaten zijn grenzen als het op stoppelbewerking aankomt. Al met al profileert de Stratos zich – hoe tegenstrijdig het ook klinkt – als ‘allround specialist’.
- Goede egalisatie
- Zeer goede verkruimeling
- Grote keuze aan gereedschapswerktuigen
- Gereedschapswisseling mogelijk
- Laag transportzwaartepunt
- Gecompliceerde ombouw van de frontwerktuigen
Voor het wegtransport wordt het onderstel nog wat lager gezet zodat het zwaartepunt erg laag ligt.