Rijtest | Aan het eind van 2010 presenteerde Pöttinger zijn nieuwe, centraal opgehangen Novacat hek maaisystemen met hydraulische ontlasting. We hebben de krap 7 m brede combinatie van Novacat 402 en Novacat 301 Classic getest.

In 2011 heeft Pöttinger zijn nieuwe generatie hek- en front maaiers voor gesteld.
De laatste jaren was de trend bij maaimachines die van steeds grotere werkbreedtes. De feitelijke grenzen werden alleen bepaald door de wetten op vervoer over de openbare weg. Bij Pöttinger hadden ze de trend ook opgemerkt en werd de Novacat serie naar boven uitgebreid. De twee modellen Novacat 402 en Novacat 442 bieden werkbreedtes van 3,88 respectievelijk 4,30 m en verkennen daarmee de grenzen van het haalbare.
Een praktische hefarm tuimelaar
Al bij het aanbouwen van de Novacat 402 lopen we tegen iets nieuws aan. Via een dubbelwerkende regelaar kan de in rijrichting links liggende onderste heftraverse hydraulisch versteld worden. Dat vergemakkelijkt de aanbouw aanzienlijk omdat de hefinstallatiestutten aan de trekker niet meer versteld hoeven te worden, maar ook op gelijke hoogte blijven.
De wipstand is ook bruikbaar om de hydraulische ontlasting groter te maken of te verminderen. De hellinghoek van de maaibalk verandert er niet door, dus de maaikwaliteit blijft constant. Die tuimelaar deelt zijn regelunit met de terugzwenk cilinder. Als het maaiwerk in de transportstand gaat (horizontaal naar achter klappend) dan moet de bestuurder het schakelventiel voor de aanbouwbok met een bowdenkabel bedienen terwijl hij gelijkertijd de regelaar bedient.
In de werkstand en bij een geloste kabel gaat de volumestroom altijd naar de tuimelaar. Dat vergrendelt het maaiwerk bij transport over de weg.
Vlakke maaischijven
Bij de twee grootste modellen gebruikt Pöttinger de bewezen maaischijven uit de kleinere Novacat maaiers. Die schijven zijn in vergelijk met de concurrentie erg laag. Dat zou volgens Pöttinger het benodigde vermogen lager maken en voor een rustiger verloop in de voederstroom zorgen. In de Novacat 402 doen negen van die messen op gelijke afstanden hun werk. In de grotere 420 zijn het er 10.
Goed: de messenbalken zijn slechts geklemd, waardoor ze bij schade of slijtage snel uitneembaar zijn. De schijven zijn gelagerd op dubbelrijïge kegellagers, de norm in deze klasse.
Door de lineaire aandrijflijn zijn er altijd meerdere tanden in aangreep. Pöttinger heeft daarom volgens eigen zeggen geen bescherming tegen het er aflopen van de maaischijven nodig. De onderzijde van de maaibalk is niet doorlopend vlak, zodat het grootste gewichtsdeel op glij-ijzers van boriumstaal steunt. Die zijn dan wel weer mooi afgerond, wat bladschade aan het gras voorkomt. Op aanvraag zijn er hogere schaatsstukken voor maaihoogtes tot 8 cm.
Een snelwissel systeem voor de messenbladen is standaard. Goed. Het messen wisselen gaat echt vlot: eenvoudig de veersleutel met de daarvoor bedoelde sleutel omlaag drukken en daarna kan het mes al van zijn ingeschroefde bouten worden verwijderd. De opbergbox voor de mesbladen zit in het hoofdframe.
Hydraulische ontlasting
Net als de meeste concurrenten intussen doen, gebruikt Pöttinger bij grote maaibreedtes nu een hydraulische ontlasting van de maaibalken. Die is overigens centraal, maar niet in het zwaartepunt gemonteerd. Dat zwaartepunt verlegt zich hoe dan ook naar gelang de frontmaaier met 3 of 3,5 meter gereden wordt. Daartoe worden de maaibalken plus vergrendelingcilinder verzet, door de flensplaat 180º te draaien.
De hydraulische ontlasting wordt met een simpel te bedienen regelaar gevuld. Een manometer op de aanbouwbok laat de actuele druk (in bar) in de met de schommel verbonden ontlastingscilinder duidelijk zien. Het geheel wordt aangestuurd door een vulslang en een tweewegkraan. De aanligdruk is ook tijdens het rijden aanpasbaar, als de vulstang aangesloten blijft en de tweewegkraan open blijft. Zoals gezegd laat de aanligdruk zich ook met de onderste hefarm eenvoudig verstellen tijdens het rijden.
Een ‘open’ stuursysteem voor wat betreft de aanligdruk tijdens het rijden heeft zijn voor- en nadelen. Er kan bij wisselingen in de ondergrond dan wel snel gereageerd worden, maar daar is dan wel een heel goede bestuurder voor nodig die de druk snel genoeg en effectief verandert.
Tillen zonder pendelen
Direct naast de ontlastingcilinder zit de eenvoudig werkende drukcilinder. Pöttinger belooft tot 50 cm bodemvrijheid aan de binnenzijde van de maaibalk. Goed: Wordt die laatste cilinder onder druk gezet, dan vergrendelt er gelijktijdig een kleine hydraulische cilinder de maaibalk. Zo wordt verhinderd dat die zich aan de akkerrand omhoog werkt. En werkelijk: het tillen gaat heel rustig. Zonder rukken of schudden. Daardoor kan de maaibalk ook weer heel gecontroleerd aan het werk gezet worden.
De wegrijdbeveiliging geïntegreerd
Ook als het hier op aan komt kiest Pöttinger voor hydrauliek. Daarbij wordt de terugzwenk cilinder als ‘hulpje’ in gezet zodra de balk vanwege een obstakel wijken moet. Het teveel aan hydraulische olie wordt daarbij ‘overgestort’ over die cilinder en wordt teruggevoerd naar de tankleiding. Ondanks het feit dat die in een neutrale stand bereden wordt, is er volgens Pöttinger een hefimpuls die het over de hindernis heen gaan makkelijker maakt. Via een dubbelwerkend regelventiel wordt de maaibalk dan weer in zijn uitgangspositie teruggebracht.
De nieuwe Novacat 301 Classic
We konden tijdens onze test ook gebruik maken van de nieuwe Novacat Classic met een werkbreedte van 3,04 m. Anders dan bij de ca. €2.700, – duurdere Alpha-motion versie zit de maaibalk hier door een kortere aanbouwbok dichter op de vooras van de trekker. Het draagframe zelf is niet bewegelijk opgehangen, maar gemonteerd op een driepuntsmontage met twee stabiele, op kogels gelagerde langsliggers. De aanpassing aan het grondprofiel is in orde.
Het systeem loopt echter bij sterke hellingen en oneffenheden tegen zijn grenzen op omdat de pendelgrens beperkt is (+/- 8º). Hier moet men bij een extreem golvende ondergrond met een nadrukkelijk hogere aanligdruk dan op de Alpha-motion modellen rijden. In uitgeschoven toestand stabiliseren twee verstelbare veren het maaiwerk in het midden.
De ontlasting gebeurt conventioneel via twee, ten opzichte van het voorgangermodel versterkte, trekveren tussen de trekker en de aanbouwbok. Aanvullende uitrusting zoals de hydraulisch opklapbare flankbescherming, verlichte waarschuwingsborden of optionele zwadschijven ronden de uitrusting van de nieuwe frontmaaier af.
Schoon snijden
We hebben de Novacat 402 en de Novacat 301 Classic getest aan een Lindner Geotrac 124 van 86 kW (118 pk). Op vlakke bodem draaide deze combinatie probleemloos 15 km/u. Op steile taluds kwamen we op 8 km/u. Prestatietechnisch is dus alles in orde, hoewel de derde maaigang qua opbrengst niet echt een uitdaging was.
Met de snijdkwaliteit waren we erg tevreden. Ook als het toerental van de PTO op hellingen onder de 800 tpm kwam, werden de halmen mooi gescheiden. De randen van het zwad waren bij hoge- en lage snelheden mooi strak. Optioneel is de Novacat 402 met twee zwadschijven buiten en binnen plus twee centrale zwadtrommels uit te rusten. Dat is voor solo inzet. Het zwad wordt in tweeën gedeeld en zo lopen de trekkerwielen over een vrij spoor.

Kenmerkend voor de nieuwe Novacat achtermaaier is de onderste hydraulische hefarm. Die vergemakkelijkt onder meer het aan- en afkoppelen.
Wat ons nog op viel
Het voorste beschermschort van de Novacat 402 is (na het lossen van de borging met een schroevendraaier) omhoog te klappen en verzorgt daarmee een ongehinderde toegang tot de maaibalken.
Aanvullend is de grotere bescherming opklapbaar. In de transportstand is de lange maaibalk niet afgeveerd. De transportlengte is 5,62 m.
De Novacats waren tijdens onze test alleen zonder voorloper beschikbaar. Ook de Novacat 301 Classic moet hem door zijn verkorte manier van bouwen ook missen. De messen hebben een aanslag en kunnen daardoor niet ongehinderd 360º draaien. Daar tegenover staat dat ze na contact met een obstakel altijd in hun werkstand terugkomen.
In een oogopslag
Pöttinger presenteerde op de Agritech ook op het gebied van maaiers veel nieuws. Daarbij hoorde de frontmaaier Novacat 301 Classic, die we samen met de eerder gepresenteerde Novacat 402 in de derde maaigang hebben ingezet. In beide gevallen gebruikt Pöttinger zijn bewezen betrouwbare maaibalken (een jaarlijkse oliecontrole wordt aanbevolen) met een lineaire schijvenaandrijving. Door de grote schijven kan Pöttinger volgens eigen zeggen afzien van een losloopvergrendeling voor de schijven. Verdere kenmerken van de Novacat 402 zijn de hydraulische ontlasting en de hydraulische botsbescherming. De Novacat 301 Classic werkt met een mechanische ontlasting, verstelbare dwarsdemping en getrokken maaibalken.
Lof en kritiek
Aan- en afbouw: de aanbouw van de achterste installatie wordt vergemakkelijkt door het onderste hydraulische hefsysteem. Het steunvlak is stabiel en goed bereikbaar. Om te stallen moet de hek unit vergrendeld worden.
Snijbeeld/prestatie: Zeer goede snijkwaliteit. Ook bij hoge rijsnelheid of PTO toerental < 1.000 tpm. Nette zwadlegging met twee gescheiden banen voor en achter. Gevraagd vermogen conform deze klasse.
Bodemaanpassing: Door de centrale ophanging en hydraulisch-pneumatische ontlasting aan de achterzijde goed. De voorste maaier volgt de bodemcontouren ook goed omdat de getrokken maaibalk dicht op de tractor vooras zit en de demping van de dwarse schommeling instelbaar is.
Wendbaarheid/onderhoud: Een praktische, snelle messenwissel. De maaibalken zijn voor onderhoudswerk erg goed bereikbaar. De hydropneumatische ontlasting van de achterste maaiers is naar wens ook tijdens het rijden bedienbaar. De maaischijven hebben geen bescherming tegen vreemde objecten, maar hebben een bijzonder stabiele vertanding.
Algemene indruk
De Novacat heeft ons tijdens zijn gebruik overtuigd met een erg mooi snijbeeld. De hydraulisch bediende onderste hefboomschommel is erg praktisch tijdens het aanbouwen en kan de hydraulische maaibalk ontlasting ondersteunen. De pendelbeveiliging bij het heffen is ons ook zeer goed bevallen. Evenals de goede bereikbaarheid van de van de maaibalken en de snelle messenwissel.
Door de aandrijving in rechte lijn en grote tandwielen hebben de schijven van Pöttinger geen afloopbeveiliging nodig. De hydraulische botsbescherming werkt in het horizontale vlak en met een til impuls die we niet getest hebben.
Technische gegevens Pöttinger Novocat
Novacat 402 | Novacat 301 classic | |
Werkbreedte | 3,88 m | 3,04 m |
Opvouwen | horizontaal | – |
Transportlengte/ breedte | 5,62 m/1,94 m | 2,98 m |
Aandrijftoerental | 1.000 tpm | 1.000 tpm |
Ontlasting | hydraulisch | met trekveren |
Botsbeveiliging | hydraulisch, standaard | – |
Aantal maaischijven | 9 | 7 |
Beveiliging vreemde objecten | nee | nee |
Messen snelwissel | Serie | Serie |
Hydrauliekaansluitingen | 1 dw, 1 ew | – |
Aanbouwmaat | Kat III | Kat II Front |
Gewicht | 980 kg | 670 kg |
Gevraagd vermogen | vanaf 75 kW | vanaf 45 kW |