Naast de traploze varianten is de Lintrac nu ook leverbaar met een conventionele versnellingsbak met powershifttrappen. Daar was namelijk vraag naar vanuit de praktijk. Of deze powershifttractoren in de praktijk werkelijk voldoen, konden we testen met de eerste machine die van de band liep.
Twee uur nadat de Lintrac 115 LS van de band was gelopen, brachten wij hem al in hogere sferen.
Voor deze eerste kennismaking met de Lintrac had Lindner zich erg ingezet. Op een dag begin juni rolde ‘s morgens om negen uur het eerste productie-exemplaar van de Lintrac 115 LS uit de Tiroler fabriek.
Om tien uur begonnen wij vervolgens met onze test met een hooischudder en balenpers aan de nieuwe machine…
Eigenlijk gaat de ontwikkeling bij dit onafhankelijke familiebedrijf (het behoort niet tot een groot concern) net als bij veel andere fabrikanten in een andere richting. De trend bij kleinere tractoren is die van traploze transmissies. Ook Lindner levert haar Lintracs met een traploze transmissie. Toeleverancier ZF bouwt deze nota bene in Steyr, in een voormalige fabriekshal van de Oostenrijkse concurrent!
Eind mei leverden de Tirolers de eerste traploze Lintrac 130 af aan een klant. Met 136 pk, de CVT en de optioneel leverbare sturende achteras vindt deze machine steeds meer zijn weg buiten zijn natuurlijke weideland-habitat, en wordt steeds interessanter voor akkerbouw en speciale gewassen.
Veel emotie, twee argumenten
Er is gewoon ook een sterk argument voor de handgeschakelde versnellingsbak met powershifttrappen: het gewicht. Zo is de 115 LS (112 pk) met zijn 4.180 kilo simpelweg lichter dan de vergelijkbare traploze Lintrac 110 met 113 pk en 4.520 kilo.
Daarbij is de traploze variant zo’n 15% duurder. Marketingleider David Lindner vindt dat allebei goede argumenten voor een powershifter – en hij laat de keuze bovendien aan de klant. ,,De discussie traploos contra powershift wordt vaak zeer emotioneel gevoerd’’, heeft hij gemerkt.
Overigens kan hij de vrees dat een traploze versie meer diesel verbruikt ontkrachten, en zelfs omdraaien in het tegendeel. Bij de uit eigen huis afkomstige werktuigdrager Unitrac is door middel van telemetriegegevens inmiddels tamelijk duidelijk te zien dat deze machines met traploze transmissie gemiddeld 1,5 liter diesel minder verbruiken per bedrijfsuur dan met een powershiftversnellingsbak.
Ongebruikelijk voor de Lintrac: een schakelpook (links) met vier versnellingen, twee powershifttrappen en een koppelings-knop.
Traploos bespaart brandstof
David Lindner voert dat terug op het toerental en het karakter van de Perkins-motor. ,,Met de traploze transmissie loopt de motor veel vaker in zijn meest efficiënte toerengebied tussen 1.500 en 2.000 toeren. Dat kun je met een handgeschakelde bak niet altijd voor elkaar krijgen’’, legt hij uit.
Hij gaat er vanuit dat de klassieke akkerbouwer met 300 tot 500 bedrijfsuren per jaar eerder voor de powershifter zal kiezen. Gebruikers met langere inzetduur zullen echter niet meer terug willen als ze eenmaal gewend zijn aan het bedieningscomfort van een traploze transmissie.
Desondanks zijn er gebruikers die de tractie liever ‘met de hand’ aan de grond brengen, met behulp van een versnellingsbak met powershifttrappen.
Voor hen heeft Lindner de Lintrac 95 LS met 102 pk en de Lintrac 115 LS met 112 pk. Beide halen hun vermogen uit een 3,6 liter grote Perkins-viercilindermotor die voldoet aan emissienorm Trap 5.
Het maximumkoppel van de 95 LS is 430 Nm bij 1.500 toeren; bij de 115 LS bedraagt het maximum 450 Nm bij hetzelfde toerental.
De Geotrac, die geen Geotrac is
Tot nu toe vielen de ‘handgeschakelde’ machines van Lindner onder de aanduiding Geotrac. Deze naam laten de Oostenrijkers na 75 jaar succesvolle productie echter vervallen.
De reden: de Lintrac heeft nog twee verdere kenmerken die de Geotrac nooit had. Het voornaamste verschil is de cabinevering. Standaard is die mechanisch, optioneel pneumatisch. In de test hadden we de mechanische variant.
Ook onder ruwe omstandigheden met volle trekkracht op de helling bleef de werkplek opvallend schok- en trillingsvrij.
Het tweede unieke kenmerk van de Lintrac is de verstelbare axiale plunjerpomp van de werkhydrauliek. Op de Geotracs is een vaste pomp gemonteerd. Die levert pas bij hoog motortoerental zijn volledige opbrengst, de verstelbare pomp doet dat al bij 1.700 toeren. Zo draagt hij bij aan rijden met optimaal brandstofverbruik.
In de test merkten we de comfortwinst duidelijk. De combinatie van een geveerde cabine, verende vooras en stoel met luchtvering deed ons bijna vergeten op wat voor terrein we onderweg waren. Dat wisten we dan ineens weer wanneer het steil omhoog of omlaag ging.
Ondanks voorgeprogrammeerd toerental heeft de Perkins-motor soms wat hulp nodig door gasgeven of remmen.
Koppelt zelfstandig
Verder is het schakelen geen volledig handwerk. Op het versnellingshendel zitten aan weerszijden de twee powershifttrappen en achter een koppelingsknop. Je kunt de motor dus ontkoppelen zonder op het pedaal te trappen.
Anders dan bij de traploze transmissie is er echter geen stilstandsregeling. Als je op een helling stil wilt blijft staan, moet je dus op de rem trappen.
Wat daarentegen erg handig is: als je in dezelfde versnelling verder wilt rijden, laat je de koppelingsknop gewoon weer los. De Lintrac rijdt dan zelfstandig weg en doet dat meer als een beroepschauffeur dan als een beginneling.
Zodra je het stuur pakt, valt op hoe wendbaar de machine is. Een stuuruitslag van 52 graden levert een draaicirkel van 9,3 meter op. Dat vergemakkelijkt het werk vooral op onregelmatig gevormde percelen.
De cabine van de Lindner Lintrac 115 LS
Het dashboard kan ermee door. De tellers voor toerental, snelheid, motortemperatuur en tankinhoud waren altijd goed afleesbaar. Bij de digitale weergaven in het midden was het daarentegen vaak lastiger, wanneer de zon er ongunstig op viel.
Drie traptreden maken het instappen in de afgeveerde cabine gemakkelijker. De AdBlue-tank verraadt emissienorm Trap 5.
Op dit display toont de Lintrac naast de powershifttrap ook de aftakas toerentallen en de bedrijfsuren aan. De bedieningsconsole aan de rechterkant is overzichtelijker.
Het dashboard is opgeruimd. De digitale weergaven zijn niet altijd goed afleesbaar.
De knoppen en schakelaars voor aftakassen, hefinstallatie en de hydrauliek aan voor- en achterzijde zijn intuïtief te bedienen.
De knoppen op de console aan de rechterkant zijn intuïtief te bedienen. De telefoonhouder vervangt een terminal.
Voor de aftakas achter zijn er met een hendel vier verschillende toerentallen in te stellen: 430, 540, 750 of 1.000. De hydrauliek komt van Bosch-Rexroth.
De axiale plunjerpomp heeft een variabele opbrengst tussen 4 en 80 l/min. Standaard aanwezig zijn drie dubbelwerkende regelventielen met zweefstand, optioneel zijn er nog twee extra leverbaar. Het oliecircuit van de hydrauliek is gescheiden van die van de transmissie.
De achterhef kan 4,9 ton tillen, de fronthef 2,5 ton.
De fronthef van de 115 LS kan 2,5 ton tillen. De optionele voorasvering zorgt voor comfort.
Meer licht, meer zicht
Terwijl de beide powershifters in het bovenstaande niet verschillen, heeft de 115 LS wel meer licht. In plaats van twee H4-lampen heeft hij aan de voorzijde vier H7-projectielampen.
De projectielampen geven beter zicht in de mist.
Vergeleken met de gebruikelijke koplampen hebben die een scherpere grens tussen licht en donker en moeten bijvoorbeeld beter licht in de mist geven.
Aan de achterzijde heeft de 115 LS een led-lichtboog die er voor de 95 LS alleen als optie is. Wie vaker in het donker werkt, is vermoedelijk dus beter uit met de grotere van de twee powershifters.
Het dakraam vergemakkelijkt het werken met een frontlader.
Afmetingen
Bij de afmetingen blijft de Lintrac in het Geotrac-territorium. Hij is maximaal 2,194 meter breed. De 115 LS is met 2,71 meter echter een stuk hoger dan de 95 LS met zijn 2,56 meter. Wie op de boerderij lage plafonds heeft, kan voor aanschaf beter even nameten.
De 115 LS is daarentegen echt gemaakt voor frontladerwerk.
De TracLink-cabine heeft naast een airco een groter dakraam voor goed zicht op een frontlader. Ietwat storend daarbij zou in de praktijk het relatief brede dakdeel tussen voorruit en het dakraam kunnen zijn.
Telemetriesysteem moet zich nog bewijzen
Wat zich eerst nog zal moeten bewijzen, is het telemetriesysteem TracLink Mobile. In plaats van een vaste terminal zit er bij deze variant slechts een telefoonhouder in de cabine. Op je smartphone installeer je vervolgens een app. Deze geeft dan het aftakastoerental, de instelling van de voor- en achterhydrauliek en de hef- en trekkrachten aan.
Verder is er een positieweergave, een temperatuurdashboardje en rijstatistieken als bedrijfsuren, onderhoudsbehoefte, brandstofverbruik enzovoorts.
Met de optie TracLink Smart herkent de app via Bluetooth-trackers die je op de aanbouwmachines plakt wat voor werk er gedaan gaat worden.
Zodra je een aanbouwmachine aankoppelt, stelt de app dan toerentalvoorprogrammering, aftakas en hydrauliek op de passende waarden voor het betreffende werktuig in. Of de kopers van deze tractor TracLink Mobile en TracLink Smart echt gaan gebruiken, zal de tijd uitwijzen.
Trap 5 goed verstopt
David Lindner is er trots op hoe ze de trekker voor emissienorm Trap 5 hebben aangepast. De benodigde nieuwe componenten zijn alle onder het motorblok gemonteerd, waarmee de tractor verschoond is gebleven van storende componenten op hinderlijke plekken.
De benodigde technische tekeningen heeft Lindner zelf gemaakt en vervolgens aan de motorfabrikant gestuurd.
,,Eigenlijk zouden we met zo’n 1.000 afgenomen motoren per jaar weinig invloed hebben op de ontwikkeling bij Perkins’’, realiseert de marketingleider zich. Maar omdat men al jaren een ontwikkelingspartnerschap onderhoudt en voor Perkins motortests doet op grote hoogte, hebben de Britten altijd een luisterend oor voor de kleine Oostenrijkse fabrikant.
Met succes: afgezien van de AdBlue-tank zijn de extra maatregelen voor Trap 5 uiterlijk nauwelijks te zien.
De middelste radiateur kan worden uitgetrokken; het pakket is alles bij elkaar goed schoon te maken en te onderhouden. De componenten voor emissienorm Trap 5 zijn goed weggewerkt onder de motor.
Technische gegevens Lindner Lintrac 115 LS
Motor: Perkins Synco-turbodiesel, viercilinder, cilinderinhoud 3,6 l; nominaal vermogen 82 kW (112 pk) @ 2.000-2.400 tpm; max. koppel 450 Nm @ 1.500 tpm; emissienorm Trap 5 met AdBlue en DPF; koppelstijging van 40%.
Transmissie: ZF-Steyr-powershifttransmissie met 16 versnellingen vooruit en 8 achteruit; 2 powershifttrappen met automatische aanpassing bij schakelen.
Hydrauliek: Bosch-Rexroth-hydrauliek met axiaalplunjerpomp en variabele opbrengst van 4 tot 80 l/min; 3 (standaard) tot 5 (optioneel) dubbelwerkende regelventielen met zweefstand; oliehuishouding van transmissie en werk-hydrauliek gescheiden.
Onderstel & cabine: max. voorasbelasting 3 t, optioneel luchtgeveerde vooras; optioneel sturende achteras; mechanische cabinevering, optioneel luchtgeveerde cabine.
Afmetingen & gewichten: lengte 4,0 m, breedte 2,2 m, hoogte 2,7 m, wielbasis 2,3 m; gewicht 4,2 t, max. toelaatbaar totaalgewicht 7,5 t.
De concurrentie: compacte tractoren met powershifttransmissie
Lindner Lintrac 115 LS |
MF 5711 M Dyna-4 |
Steyr 4110 Multi |
|
| Motor | 3,6 l Perkins Syncro 4-cilinder | 4,4 l AGCO Power 4-cilinder | 3,4 l Fiat Powertrain F5C 4-cilinder |
| Nom. vermogen | 82 kW (112 pk) | 85 kW (115 pk) | 79 kW (107 pk) |
| Max. koppel | 450 Nm @ 1.500 tpm | 455 Nm @ 1.500 tpm | 468 Nm @ 1.500 tpm |
| Emissienorm | Trap 5 | Trap 5 | Trap 4 |
| Leeggewicht, max. gewicht | 4,2 t / 7,5 t | 4,5 t / 8,5 t | 4,4 t / 8 t |
| Hoogte/breedte | 2,7 m / 2,2 m | 2,7 m / 2,1 m | 2,7 m / 2,1 m |
| Aantal versnellingen, powershifttrappen | 16/8, 2 PS-trappen | 16/16, 4 PS-trappen | 32/32, 4 PS-trappen |
| Hydrauliek | 80 l/min | 32,5 + 58 l/min | 80 l/min (opt. 100 l/min) |
Lintrac 130: de traploze broer
Lindner heeft ook de Lintrac-series met traploze transmissie geheel vernieuwd. Er is keus uit drie modellen: de Lintrac 90 met 102 pk, de Lintrac 110 met 113 pk en de Lintrac 130 met 136 pk.
Slechts eentje voldoet aan Trap 5
Tijdens onze eerste rit met de 115 LS kwamen we ook het eerste productie exemplaar van de Lintrac 130 tegen. Het is momenteel de enige traploze Lintrac die aan emissienorm Trap 5 voldoet. Dat doet hij met dezelfde Perkins Syncro-viercilindermotor van 3,6 liter die ook onder de kap van de LS-modellen zit.
De kleinere traploze modellen zitten nog op emissienorm Trap 3B. De versie met 136 pk zou nu ook interessant kunnen zijn voor bedrijven met akkerbouw en gespecialiseerde teelt.
Een argument daarbij is ook het automatische stuursysteem. Met het telemetriepakket TracLink Pilot Ready werkt de Lintrac ook met een GPS-stuursysteem en RTK-(Real-Time Kinematic) correctiesignaal. Hij stuurt dan automatisch op 2 centimeter nauwkeurig. Dat maakt het werk niet in de laatste plaats in de aardappelteelt gemakkelijker.
Het vlaggeschip kan standaard maximaal 40 km/u, optioneel ook 50 km/u. In plaats van een versnellingspook hebben de traploze Lintracs een bedieningsarmleuning met LDrive-controller.
Hierop selecteer je met een druk op een knop de kruipversnelling, de cruise control-functie of de gaspedaalmodus. Als je daarentegen op de draaiknop drukt, start je de LDrive-modus en verhoog of verlaag je de snelheid traploos door te draaien.
In tegenstelling tot de 115 LS heeft de 130 een LDrive-controller voor de keuze van rijmodus en rijsnelheid.
Kenmerkende achteras
Een typisch Lintrac-kenmerk is er net als voorheen voor alle traploze modellen: de sturende achteras.
Die verkleint de draaicirkel van de machines met twee meter. Dat maakt de Lintrac aantrekkelijk in bergachtige gebieden of bijvoorbeeld in wijngaarden, waar bijzonder kleine draaicirkels vereist zijn.
Voor de powershift-modellen bieden de Tirolers deze optie echter niet aan. Ze gaan er vanuit dat dat klantensegment eerder zal kiezen voor lichte en goedkope machines.
Karakteristiek voor de modellen met sturende achteras is de bedieningsterminal op de rechter B-stijl.
De sturende achteras is een optie voor alle traploze modellen.
Onze conclusie over de Lindner Lintrac 115 LS
Voor het eerst zien we comfortzaken als cabinevering in het segment van de powershifters. Om deze reden noemt Lindner deze tractoren ook geen Geotrac meer, maar Lintrac LS.
Het is ook een goede zet van de Tiroler fabrikant dat de klanten niet meteen vastzitten aan de traploze transmissie, maar dat ze de keuzevrijheid hebben. Het lagere gewicht is op weideland namelijk een merkbaar voordeel. De lagere prijs sowieso ook.
+ hoogwaardige componenten van Bosch, ZF en Perkins
+ uitlaatgascomponenten goed geïntegreerd
+ automatische koppelingsfunctie
– geen standaard aanwezige Isobus-terminal
Dit artikel is eerder verschenen in het Test Jaarboek van Agri Trader – je kan ze hier bestellen.