De Köckerling Allrounder is eigenlijk een veertandcultivator. Maar hij biedt meer dan in eerste instantie lijkt, want hij is ook inzetbaar bij stoppelbewerking. We hebben het vlaggenschip met een werkbreedte van 14,5 m tijdens het werk bestudeerd.
Als Köckerling de Allrounder in 2001 voorstelde, had men bij het familiebedrijf uit het Westfaalse Verl eigenlijk de bedoeling de machine ‘in de markt te zetten’ als zaai-eg of zaaibed combinatie. Maar: onder veel omstandigheden is deze grote veertandcultivator ook inzetbaar bij de stoppelbewerking. Juist voor bedrijven met grote problemen door wortelend onkruid of op nat-koude percelen kan dit apparaat een echt alternatief zijn voor een schijveneg of korteschijven eg.
Op de Agritechnica van 2013 presenteerde Köckerling het nieuwe vlaggenschip uit deze serie, de Allrounder 1450 profiline met een werkbreedte van 14,5 m. Daarmee is hij volgens de fabrikant de breedste in Europa gemaakte cultivator. We mochten hem al in de zomer van 2013 bekijken, toen de machine op een grootgrondbedrijf met overwegend zware bodem aan het werk was in Thüringen.
(deze test is eerder verschenen in het Agri Trader Test Jaarboek 2015)
Een geïntegreerd rijdend gedeelte
Voor de Allrounder 1450 pakten de technici niet simpelweg een Allrounder 1200 om er aan elke kant een meter bij aan te plakken. Voor deze werkbreedte werd echt een nieuw chassis ontwikkeld. Dat anders dan bij de kleinere types, geen nalopend, maar een geïntegreerd tweewielig rollengedeelte heeft. Daardoor wordt het totaalgewicht beter verdeeld, het hoofdframe minder belast waarbij ook de druk op de onderste hef van de trekker binnen (de aanbouw gaat door middel van de hefinrichting) de perken blijft.
Bovendien is het ruim 12 ton wegende gevaarte met de geïntegreerde as beter wendbaar, wat zich bij het keren bijzonder positief merkbaar maakt. Maar met het oog op zijn enorme werkbreedte is dat effect in de praktijk niet zo zwaarwegend.
De werkdiepte wordt, zoals eerder, achter de STS-wals ingesteld met behulp van een gatenraster. Dat gaat eenvoudig. De bouten gaan makkelijk in hun boringen. De voorste, groot gedimensioneerde (380/55-17), steunwielen worden dan met een zwengel aan de draadas met zijn indicatorschaal aangepast. Dat is bij al met al 8 coulissen en 6 steunwielen (twee meer dan bij de allrounder 1200) wat werk. Daar tegenover staat dat een hydraulisch systeem op een machine van deze afmetingen enorm gecompliceerd, zwaar en duur zou worden. De maximale werkdiepte is overigens ongeveer 15 cm. Dieper werken is door de technische beperkingen van de tanden niet echt zinvol.
Getild biedt de Allrounder ook onder de zijvleugels een ruime grondspeling.
Vier balken en getrokken tanden op de Köckerling Allrounder
Bij de gereedschapswerktuigen aangekomen is de Allrounder 1450 hetzelfde uitgerust als zijn kleinere broers. Ook hier worden de S-vormige ‘Hercules-tanden met een bladbreedte van 70 mm en een bladdikte van 12 mm gebruikt. De 86 tanden zijn verdeeld over vier balken en met speciale houders aan het frame geschroefd. De steekafstand is 16,6 cm. Naar keuze zijn de tanden te voorzien van smalle 6 cm scharen of 20 cm ganzenvoet scharen. Als de omstandigheden er naar vragen kunnen die ook ‘gemixt’ worden.
Veel landbouwers rijden bij het stoppelkeren bijvoorbeeld met op de eerste twee rijen smalle scharen en op de tweede rij met ganzenvoet scharen. Want: met de smalle scharen bewerkt de Allrounder de grond niet over de hele breedte. Wie alle stoppels snijden wil, kan niet om de ganzenvoeten heen. Daarom worden ze eigenlijk ook aanbevolen voor zaaibed voorbereiding.
Naar gelang de bodem kan het nodig zijn drie-, of alle vier de rijen van ganzenvoet scharen te laten voorzien. Door de sterke vibraties van de tanden wordt een deel aan erg fijne aarde geproduceerd. Maar ook het resultaat daarvan hangt sterk van de ondergrond af.
De beperkingen
Door de feitelijk geringe afstanden tussen de tanden en de geringe framehoogte van maar 55 cm is de hoeveelheid op de akker liggend organisch materiaal duidelijk grensbepalend. Als de akker geruimd is, dan zijn er geen problemen. Ook bij goed gehakseld en goed verdeeld stro is de allrounder prima inzetbaar voor het werk op de stoppelakker.
Als er toch veel lang materiaal ligt, of wanneer het stro nat en klam is, dan kan het tot verstoppingen komen. Dat geldt ook bij aanwezigheid van veel uitgetrokken onkruid. De bodem kan ook grensbepalend zijn. Op een zware, uitgedroogde leembodem kan de allrounder zich de tanden stuk bijten. Om te voorkomen dat de tanden niet over de bodem schampen, maar kunnen inlopen moet die toch wat losser zijn. Op zand- en middelzware bodem zijn er geen problemen.
Overigens heeft Köckerling sinds kort ook geharde Betek scharen voor de allrounder in het programma. De standtijden moeten daar met een veelvoud mee omhoog gaan. Voor het veertandenveld zit een rij brede sleepscharen waarvan de berijder de ‘agressiviteit’ hydraulisch kan instellen. Bij de zaadbedvoorbereiding zorgen ze voor een egalisatie van de bodem voor de eigenlijke bewerking en ze verkleinen ook grote kuiten. Bij het stoppelstorten zijn de sleepscharen normalerwijs helemaal opgeklapt en werken ze niet. In het uiterste geval zijn ze wel bruikbaar om stro ophopingen uit elkaar te trekken. De berijder moet daarvoor wel op scherp staan om de agressiviteit van de messenstand snel aan de omstandigheden aan te passen.
De bekende dubbele STS wals
Daarmee zijn we alweer bij terug bij de verdichting. Köckerling zet, net als bij al zijn bodem bewerkingsapparaten, in op de 530 mm dubbele STS wals. De open bouw met U-profielen laat deze naloper licht lopen. Het gevaar dat hij verstopt raakt is er eigenlijk alleen op zware, natte grond. De schouders van de wals, waarin zich bij gebruik materiaal afzet, zorgen voor een goede diepe- en middeldiepe terugverdichting. Aan de oppervlakte blijft de aarde open en ademactief. Omdat het verkruimelingseffect beperkt is blijven er wat kluiten boven liggen. Juist op zware bodem, waar de tanden geen fijne aarde kunnen produceren, ontbreekt de ondersteuning van een zware stalen packerwals (die voor de fijne verkruimeling zorgt). Maar met de 14,5 m grote werkbreedte van deze Allrounder is zoiets technisch nauwelijks haalbaar. Köckerling biedt echter optioneel een ‘nauwe wals’ aan, waar bij de STS ringen nog maar 111 mm uit elkaar staan. Daarmee moeten er betere kiemomstandigheden ontstaan voor bepaalde gewassen.
Dankzij het vijfdelige frame heeft de Allrounder 1450 een transportbreedte van 3.0 m.
Technische gegevens Köckerling Allrounder
Werktuigen:
86 grote veertanden, steekafstand 16,66 cm, een voorlopend hydraulisch levelboard (optioneel); terugverdichting met dubbele STS wals
Frame:
Vijfdeling, hydraulisch klappend; centraal geïntegreerd rollend gedeelte, twee 600/55-22,5 banden; zes steunwielen.
Aansluitingen:
twee dubbelwerkende hydraulische regelventielen (rijdend gedeelte, opklappen), 1 aanvullende EHR (voor het levelboard); aankoppeling via onderkoppeling (Cat. III/IV, trek ogen of 80 mm kogel.
Vereist vermogen:
450 pk
Maten en gewichten:
Werkbreedte 14,5 m, transportbreedte 3,0 m, inzetgewicht ca. 12 ton
Lees ook de duurtest van de Trio T van Köckerling
De allrounder 1450 komt met een steekafstand van 16,6 cm tot een indrukwekkende 86 tanden.
Uit de praktijk – De Coöperatie Neumark eG
180 ha per dag bij 5-6 l/ha
De Coöperatie Neumark eG in Weimarer Land werkt op ongeveer 3.900 ha overwegend middelzware grond. In de lente van 2013 kreeg het bedrijf zijn Allrounder 1450 profiline op het erf, nadat er al een paar jaar gewerkt was met een Allrounder 1200.
“We gebruiken de allrounder zowel bij de zaaibed voorbereiding voor de zomergerst en erwten als voor de stoppelbewerking”. Vertelt akkerbouwleider Frank Hofmann (links op de foto naast berijder Marco Machts) “De werkdiepte in de lente ligt bij 8-9 cm voor de zomergerst, en voor de erwten zo diep als de omstandigheden toelaten. En bij geploegd land gebruiken we dan het level board.”
“Voor het inwerken van de mest voor de mais gebruiken we een Köckerling Vario, omdat de Allrounder hier niet diep genoeg voor inbrengt. Bij het werken op stoppels doen we 180 ha/dag. De Quadtrac 535 gebruikt bij een werkdiepte van 4-5 cm ongeveer 4-5 l/ha. Met de gelijkmatigheid van de werkdiepte zijn we erg tevreden. Door de nieuwe frameconstructie is de performance veel beter dan bij de oude 1200.”
“Nat stro zorgt voor beperkingen, maar we kunnen doorgaans de capaciteiten van de allrounder 1450 goed benutten. Dat is een groot voordeel. Maar ook opbrengsten van 100 dt/ha en meer zijn een absolute limiet als er stro op de akker blijft. We rijden de Allrounder met twee rijen ganzenvoet scharen voor en twee rijen smalle scharen achter. Niet alle stoppels worden uitgetrokken, maar dat gebeurt op dezelfde werkdiepte ook niet met een korteschijven eg.”
“Over de uitloop van gevallen graan en onkruid zijn we erg tevreden. Koolzaadstoppelen gaat goed zolang er niet teveel onkruid staat. De terugverdichting is niet fantastisch, maar goed genoeg. De wals is tamelijk gevoelig voor stenen. Na meer dan 3.000 ha hadden we niet meer dan 10 gebroken tanden, dat is aanzienlijk minder dan bij het vorige model”.
Onze samenvatting
Met de Köckerling Allrounder 1450 profiline heeft Köckerling een slagkrachtige veertandenmachine in het programma, die naast de klassieke zaaibed voorbereiding en het inwerken van mest ook voor ultravlak stoppelwerk op enigszins zachte bodem geschikt is. Voor dat laatste mogen er niet veel organische resten op de akker zijn achtergebleven. De verdeling en de hakselkwaliteit moeten goed zijn.
- alternatief voor de korteschijven eg
- stoppelbewerking en zaaibed voorbereiding
- een goede verkruimeling
- een goed mengresultaat
- de bodem blijft ademactief
- vlak resultaat over de hele werkbreedte (ganzenvoet scharen)
- compacte transportmaten
- goede bodemaanpassing
- weinig oppervlakkige terugverdichting
- zwenkt bij oneffen kopakker