Leestijd: 5 minuten

Van der Wilt maakt van zijn hobby zijn beroep

Alle tractoren en landbouwmachines vanaf pakweg 1920 zijn van harte welkom bij Van der Wilt Classics in Moerkapelle. Gemiddeld een stuk of tien oldtimers per jaar worden er geheel of gedeeltelijk gerestaureerd. Het écht oude spul, dat vindt Jan van der Wilt zelf het leukst.

Op de dam bij Van der Wilt Classics - Agri Trader (3)

Jan van der Wilt (links) en Jaco de Vos (rechts)

De dubbele John Deere kniktractor middenin de werkplaats van Van der Wilt Classics is aanzienlijk ouder dan Jan van der Wilt (43) zelf. De machine is compleet gereviseerd en gerestaureerd en wordt nu, na een proces van bijna twee jaar weer opgebouwd. “We zijn alleen al met het spuitklaar maken van de onderdelen drie weken bezig geweest”, vertelt Jan van der Wilt. “Het lijkt een simpel klusje, maar als je dat goed doet, de voorbereiding, is het resultaat zoveel mooier.”

Van der Wilt is lyrisch over de John Deere, die afkomstig is uit Canada. “Het type-R was eind jaren veertig het eerste dieselmodel”, vertelt hij. “Dit zijn er twee aan elkaar, waardoor het een kniktrekker is. We hebben alles gereviseerd: beide motoren, de complete besturing, alles dubbel werkend. We hebben tientallen onderdelen – beugels, ophangingen – zelf gemaakt of uitgedacht en van alles is getest of het werkt.”

Verzamelen en opknappen

Het verzamelen en opknappen van oude trekkers was een hobby van Van der Wilt. “Het is begonnen met materiaal van Allis-Chalmers. Mijn opa gebruikte die Amerikaanse tractoren op zijn boerderij in de Hoekse Waard. Het is uitgegroeid tot een flinke hobby. Ik ben de machines gaan importeren vanuit Canada, zowel voor mezelf als in opdracht van andere hobbyisten. Zo is het vijftien jaar geleden uitgegroeid tot een bedrijfje. Aanvankelijk deed ik er ook nog agrarisch loonwerk naast, maar drie jaar geleden, toen we het pand hier aan de Bredeweg in Moerkapelle konden kopen, is het voltijds werk geworden.”

Op de dam bij Van der Wilt Classics - Agri Trader (6)

Door het succes van het bedrijf komt Van der Wilt nauwelijks nog toe aan zijn eigen verzameling. “Dat is een nadeel als je van je hobby je werk maakt”, zegt hij. “Soms kan ik een mooie partij op de kop tikken, zoals een aantal oude Fords, die voor de handel zijn. Maar daar zit soms ook materiaal tussen dat ik zelf graag wil houden.” Een deel van zijn eigen collectie verkocht Van der Wilt, maar hij heeft nog wel het een en ander staan natuurlijk, zoals een glimmende oranje Case en een Allis-Chalmers die nog op restauratie wacht.

Het zijn juist die oudste tractoren die Van der Wilt het leukste vindt. “Wat ik daar het mooiste aan vind, is de techniek. Het is zo knap wat ze hebben gemaakt, zeker voor die tijd. Het is gewoon mooi spul. Ik ben er ook het beste in thuis. Mijn partner Jaco de Vos, met wie ik al een poosje samenwerk, is juist weer beter thuis in het wat jongere spul. Dat vult elkaar dus goed aan.”

Plannen en improviseren

De fase van het opnieuw opbouwen, ná het spuiten, is het mooiste, vindt Van der Wilt. “Dan komt alles samen, al het werk van maanden en soms jaren. Zo’n machine reviseren en restaureren kost veel tijd; gemiddeld staat een machine een jaar hier. Je moet strak plannen, ver vooruit, maar je moet ook kunnen improviseren, want niets is standaard. Hoe ouder de machine, hoe lastiger het is om aan onderdelen te komen. De verkrijgbaarheid en levertijd van spullen is wat het meeste tijd kost. Iets wat uit de Verenigde Staten moet komen, is soms weken onderweg.”

Als het ene project in de wacht staat, gaat Van der Wilt verder aan een ander project. Zo lopen er altijd een stuk of drie, vier naast elkaar. “Per jaar gaan er gemiddeld tussen de acht en tien compleet gerestaureerde trekkers terug naar de klant. Soms gaat het om gedeeltelijke restauraties, zoals bij een Ford waarvan alleen de motorkap gerestaureerd moet worden.”

Alle windstreken

Door zijn eigen hobby deed Van der Wilt in het begin vooral Amerikaanse machines, maar inmiddels komen er trekkers uit alle windstreken zijn kant op. Onder meer dankzij het dealerschap van Granit – leverancier van onderdelen, met een gespecialiseerde classic-lijn – komen er tegenwoordig ook veel Duitse merken.

De meeste klanten komen uit Nederland, maar ook uit België krijgt Van der Wilt veel werk, sinds een jaar of twee, drie geleden een particulier tractormuseum (Geldof Tractors uit Harelbeke) een aanvraag deed. Door het restauratiewerk voor het museum én de vestiging in Moerkapelle groeide het bedrijf zo hard dat Van der Wilt er twee tot drie zzp’ers bij moest halen om het werk aan te kunnen.

Jaco de Vos was er daar één van. Inmiddels is het uitgegroeid tot een nauwe samenwerking, waarbij behalve de restauraties ook service op locatie kan worden geboden, variërend van hydraulische slangen persen tot reparaties.

Op de dam bij Van der Wilt Classics - Agri Trader (7)

Particulier en museum

Van der Wilt Classics doet alles op het gebied van reparaties en restauraties (geheel en gedeeltelijk) van met name tractoren uit de periode van ongeveer 1920 tot ongeveer 1970. “Dat we alles in eigen beheer kunnen, van spuit- en plaatwerk tot motorenrevisie en transport, is onze grote kracht”, zegt Van der Wilt. “We werken zowel voor particuliere verzamelaars als voor bedrijven en musea. De rupstrekker die hier op het erf staat was van de vader van een klant. Als zijn bedrijf de komende zomer een jubileum viert, moet die trekker in het bedrijfsgebouw staan.”

Op de dam bij Van der Wilt Classics - Agri Trader (5)

Een ander voorbeeld van zo’n familiestuk is het blauw/rode Ransomes-rupstrekkertje – met houten pads – waaraan Jaco de Vos de laatste hand legt na ruim een jaar werk. “Die was van de opa van een klant en werd dagelijks gebruikt om een vissersboot op het strand te trekken. Zo hebben we veel klanten, die het materiaal van hun vader of grootvader willen laten restaureren. Dankbaar werk, omdat er een emotionele binding mee is.”

Op de dam bij: Van der Wilt Classics
Bredeweg 72
2752 AC Moerkapelle
+31 06 – 22 56 14 04
info@vanderwiltclassics.nl
www.vanderwiltclassics.nl