Leestijd: 3 minuten

Klant van een klant

Opvoeren gaat tegenwoordig met de computer (4)

Meer vermogen, meer koppel, een lager toerental en minder brandstofverbruik en dat allemaal dankzij wat aanpassingen in de software. Het klinkt simpel – en dat is het eigenlijk ook – maar met de moderne computergestuurde tractor moet je wel heel precies weten wat je doet.

Vroeger ging de motorkap open en kon je met wat knutselen de motor van een tractor wel opvoeren. Tegenwoordig is dat allemaal een stuk eenvoudiger: je hangt de laptop aan de motormanagementcomputer en verandert het programma. “Vrijwel alle moderne landbouwmachines vanaf ongeveer 2000 worden aangestuurd door zo’n computer”, vertelt Jerry Bodamèr van Agrichip.

Het bedrijf uit Goor is gespecialiseerd in chiptuning: door aanpassingen aan de software van de motormanagementcomputer kunnen Bodamèr en zijn collega’s onder meer het vermogen, het koppel, de brandstofinjectie en de turbodruk van de machine instellen. “Het verschilt per machine en per klant, maar in principe kan bijna alles.

In de achttien jaar dat we dit nu doen, hebben we alles al meegemaakt. We weten wat er kan en wat niet.”

Opvoeren gaat tegenwoordig met de computer (1)

Omdat Agrichip door het hele land werkt, zijn we voor deze keer niet op de dam bij het bedrijf zelf, maar bij landbouwer Harry Bakker in de polder bij Zeewolde. Bakker heeft al een aantal tractoren en machines én zijn auto laten tunen door Agrichip en nu is de nieuwe tractor aan de beurt. “Voor mij is belangrijk dat het vermogen omhoog gaat en het brandstofverbruik omlaag”, vertelt Bakker. “Sinds ik heb laten tunen is mijn trekker sneller, zelfs in de zware polderklei hier. Ik kan een versnelling harder rijden bij het ploegen, met hetzelfde verbruik. Ik ben een uur eerder klaar.”

Bodamèr vertelt wat Agrichip voor Bakker heeft kunnen betekenen: “Elk merk heeft lichtere en zwaardere types van dezelfde motor. De 7-serie van Massey Ferguson bijvoorbeeld heeft vijf verschillende vermogensvarianten. Door aanpassingen aan de software kunnen we van een lichte een zwaardere variant maken, door meer koppel te geven bij lagere toerentallen. We passen het hele systeem aan, dus zowel het motorvermogen als de brandstoftoevoer en de -injectie.

Veel machines staan te rijk afgesteld. Dat kunnen we optimaliseren, waardoor er minder brandstof wordt verbruikt. Laatst hadden we een tractor die 6 liter per uur minder verbruikte. Bij een combine die gewoonlijk 50 tot 60 liter per uur verbruikt, scheelde het maar liefst 12 liter. Dat is een besparing van rond de 20 procent. Zo heb je de aanpassing snel terugverdiend.”

De reden dat machines niet optimaal zijn afgesteld, is omdat de fabrikant kiest voor het gemiddelde. Bodamèr: “In de ijle lucht in de bergen is iets anders nodig dan op zeeniveau en daar heb je weer verschillen in bijvoorbeeld zandgrond en kleigrond. Landbouwmachines moeten ook veel dingen tegelijk doen: rijden, trekken, maaien – noem het maar op. Dat is voor iedereen anders. Een fabrikant kan niet met al die individuele wensen rekening houden. Wij wel.”

Opvoeren gaat tegenwoordig met de computer (7)

Het idee van chiptuning voor tractoren en landbouwmachines ontstond achttien jaar geleden toen Dennis Bodamèr in Duitsland een truck liet tunen. “Dat was zo’n verschil dat ik daar over na ging denken. Als het voor auto’s en trucks zo’n verschil betekende, dan moest dat ook voor landbouwmachines mogelijk zijn. ”Aanvankelijk begonnen de broers Dennis en Jerry Bodamèr ermee als hobby voor vrienden en kennissen, maar al snel zetten ze samen met Gerard van de Put het bedrijf Mobile Chiptuning op en in 2014 ook Agrichip. Inmiddels hebben ze naast Nederland ook vestigingen in België en zelfs Brazilië.

Agrichip werkt op locatie. Daarvoor zijn busjes ingericht als mobiele kantoortjes. “We hebben stekkers voor alle bekende merken, zodat we overal in kunnen”, toont Van de Put. “Vroeger maakten we de computer open en gingen we met de chip aan de slag. Vandaar de naam chiptuning. Maar tegenwoordig gaat er niets meer fysiek open en komen we niet meer aan de chips. We lezen de software uit, passen die aan en uploaden het nieuwe programma. Eigenlijk is het nu softwaretuning.” Alles bij elkaar duurt het anderhalf tot twee uur om de software aan te passen naar de wensen van de klant.

Opvoeren gaat tegenwoordig met de computer (6)

Omdat trekkers en andere machines zoveel verschillende taken hebben, lopen de wensen van de klanten ook uiteen, afhankelijk van de werkzaamheden. “Het is niet altijd per se vermogensoptimalisatie”, zegt Van de Put. “We verhelpen ook storingen door de software aan te passen. AdBlue, de EGR (Exhaust Gas Recirculation) en roetfilters willen nog wel eens storingen veroorzaken. Storingen betekenen stilstand en kosten dus geld. Die storingen kunnen wij meestal vrij eenvoudig oplossen.”