“Je kunt niet verkopen wat je niet hebt”
Meer dan vijftig jaar geleden streek Ermilio Guaita vanuit Italië neer in Nederland. Anno 2023 werkt hij nog altijd met veel plezier in zijn eigen bedrijf in Assendelft. Samen met Kees Schoorl, die hij ook al vanaf zijn dertiende kent en die op zijn twintigste als stagiair het bedrijf binnenkwam. Hun chemie? “Wij doen niet moeilijk over triviale dingen. We zijn gewoon een goede match.”
Guaita: “Ik had een baantje hier en een baantje daar, probeerde in Nederland mijn weg te vinden. Op een goed moment kwam ik in contact met een Italiaanse handelaar. Hij had iemand nodig die de Nederlandse taal sprak. Hij zocht hier namelijk naar gebruikte Italiaanse bouwmachines, die hij terug wilde exporteren. Het was de tijd dat langzaamaan andere merken de Nederlandse markt veroverden. Dus er was volop handelswaar te vinden. Daar hielp ik hem mee. Ik zocht een plek om de aangekochte machines te stallen.
Zo maakte ik kennis met Piet Schoorl, de oom van Kees, wiens ouders ernaast woonde. Piet had een groot terrein en samen hebben we jaren in goede harmonie het gezamenlijke bedrijf Guaita & Schoorl gerund. Negentig procent van de machines die we op allerlei plekken in Nederland vonden, was bestemd voor de export. En ik had goede Italiaanse connecties. We hebben het overigens wel over veel Italiaanse merken die nu niet meer bestaan.”
Schoorl: “Ik ken het bedrijf van Guaita – niemand spreekt hem met zijn voornaam aan – en mijn oom dus al van jongs af aan. Ik volgde de mts-opleiding motorvoertuigen en zocht in mijn laatste jaar naar een stage. Ja, die keuze was makkelijk: ik rolde zo de werkplaats in. Ik vond het geweldig, machines opknappen, repareren, laden, lossen. Alles kwam voorbij. Het was een heel andere tijd om in de handel te zitten. Je moest echt actief op zoek naar je handelswaar. Zonder mobiele telefoons, geen internet. Foto’s? Het duurde drie dagen voordat die waren ontwikkeld. Je zou kunnen zeggen: de wereld was heel groot en Brabant ver weg.”
Guaita: “Rond 1992 kenterde de markt. Dat had onder meer te maken met het WK Voetbal in Italië. Veel aannemers kochten onze gebruikte Italiaanse machines aan. Maar daarna zakte de markt – ook door de verschillende valuta en fluctuaties – in elkaar. Toen konden we juist de jong gebruikte machines weer naar Nederland halen. Roerige jaren, kortom. Tot 2002. Piet besloot zich meer te richten op de aannemerij, waarin hij ook werkzaam was. Helemaal prima, maar ik wilde graag door. Dus ik keek Kees aan: ‘Gaan wij samen verder?’”
Schoorl: “Ik vond het werk heel leuk en het leek me een mooie uitdaging. Zo was het binnen een dag geregeld. De naam Guaita & Schoorl behoefde geen aanpassing, alleen het werd een besloten vennootschap. Mijn vader stopte met boeren en zo konden we van zijn loodsen gebruik maken. De handel in gebruikte machines werd steeds minder. Er waren meer kapers op de kust en ook de manier waarop je je handel aankocht, was veranderd. Wij besloten ons te richten op nieuwe aanbouwdelen. Kort gezegd: alles wat je aan een graafmachine kunt hangen. Sorteermachines, bakken, boren, klepelmaaiers. Hier is een enorme variëteit in.”
Guaita: “Noem ons de supermarkt van de nieuwe aanbouwdelen. Maar dan wél van Italiaanse makelaardij. Wij verkopen onder meer van de merken Malaguti, Trevi, Cangini, Simex en – waar we erg trots op zijn – Eurocomach. De graafmachine die we op dit moment verkopen, is echt een paradepaardje. Dit A-merk verzint oplossingen waar andere merken niet aan denken.”
Schoorl: “Onze klanten kunnen bellen, langskomen, kijken en proberen.”
Guaita: “Want we hebben alles op voorraad. Je kunt niet verkopen wat je niet hebt.”
Schoorl: “Onze klanten komen uit heel Nederland, maar vooral uit de regio. Ze zijn werkzaam in het grondverzet. Denk aan loonwerkbedrijven, eenmanszaken, lokale overheden en aannemers. We hebben een mooi product, dat kan concurreren met de gevestigde orde. We hebben daarbij geen ambitie om te groeien. Ja, je zou ons zelfs ‘klein’ kunnen noemen. Er werken, naast wij twee, een herintreder voor anderhalve dag en een jongen in de werkplaats. Maar met elkaar rooien we het prima en verzetten we werk voor tien man.”
Guaita: “En natuurlijk kunnen we wel een machine aan een bedrijf in Gelderland verkopen, maar hoe zit het dan met onderhoud , reparaties en service? Dat is juist bij nieuwkoop heel belangrijk. Ik ben nu 77 en ik hoop dit werk nog een paar jaar te kunnen doen. Als je voor een baas werkt, dan doe je dat niet. Maar als je eigen baas bent en je vindt het leuk, waarom niet? Onze ‘herintreder’ komt ook niet voor het geld. Hij vindt het fijn voor de contacten, het draaien, frezen, rommelen. En wij zijn blij met zijn inzet en ervaring.”
Schoorl: “Want er blijven ook genoeg leuke technische uitdagingen. Die mix van techniek, verkoop en klantcontact trekt mij het meeste aan. Zo kwam er laatst een klant die zijn machine had aangevuld met allerlei aanbouwdelen. Wij bouwen nu zijn nieuwe graafmachine, van Eurocomach, op dezelfde manier op.”
Guatia: “En zeefbakken zijn een specialisatie van ons. Voorheen verkochten we zeeftrommels, een degelijk product. De sterrenzeefbakken van nu zijn dan wel wat gevoeliger, maar draaien een enorm hoge productie. We verhuren ze dus zeer regelmatig aan klanten die bij een project grond moeten opschonen. Het gebeurt overigens regelmatig dat we een klant uit de brand kunnen helpen met een gebruikte machine.”
Schoorl: “We werken nu al zo lang samen, we weten niet beter en zijn goed op elkaar ingespeeld. We zijn een goede match. The muscle and the brain, haha.”
Guaita: “Ik ken hem al vanaf zijn dertiende hè. Over triviale onenigheden praten we niet eens, het gaat allemaal heel natuurlijk. En met het team is het allemaal goed te behappen. We zijn een kleine speler, maar we doen veel. En we nemen het vooral zoals het komt.”
Kijk voor meer informatie op www.g-s.nl